• woens·dag·och·tend
enkelvoud meervoud
naamwoord woensdagochtend woensdagochtenden
verkleinwoord woensdagochtendje woensdagochtendjes

de woensdagochtendm

  1. (tijdrekening) de uren van een woensdag tussen de nachtelijke uren en de middag, de ochtend van woensdag
    • We hebben die hele woensdagochtend in het ziekenhuis doorgebracht. 

woensdagochtend

  1. (tijdrekening) in de ochtend van de woensdag
    • Kun je woensdagochtend ook komen? 
  NODES