• zondagsplicht
  • zon·dags·plicht
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagsplicht zondagsplichten
verkleinwoord - -

de zondagsplichtv / m

  1. (religie) plicht tot het vervullen van religieuze handelingen (het in acht nemen van de zondagsrust, bijwonen van de mis etc.)
  NODES