• zuur·de·sem
enkelvoud meervoud
naamwoord zuurdesem zuurdesems
verkleinwoord - -

de zuurdesemm

  1. (voeding) gistend deeg
    • Er werd zuurdesem aan het deeg toegevoegd om het te laten rijzen. 
85 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES