François-Joseph Fétis

Belgisch componist (1784–1871)

François-Joseph Fétis (Bergen, 25 maart 1784 - Brussel, 26 maart 1871) was een vooraanstaand Belgisch componist, muziekpedagoog, musicoloog, violist, klavecinist en muziekcriticus uit de negentiende eeuw.

François-Joseph Fétis
François-Joseph Fétis
François-Joseph Fétis
Algemene informatie
Volledige naam François-Joseph Fétis
Geboren 25 maart 1784
Geboorteplaats BergenBewerken op Wikidata
Overleden 26 maart 1871
Overlijdensplaats BrusselBewerken op Wikidata
Land Vlag van België België
Werk
Genre(s) Klassiek
Beroep Componist, muziekpedagoog, musicoloog, violist, klavecinist, muziekcriticus
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Handtekening
Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Levensloop

bewerken

Fétis kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn muzikale vader en leerde thuis klavecimbel en viool. Pas zeven jaar oud geeft hij klavecimbelrecitals en op negenjarige leeftijd treedt hij reeds solistisch op als violist. Pas dertien jaar oud vertolkt hij zijn eigen Concert, voor piano en orkest en twee jaar later schrijft hij een Symphonie concertante.

In 1800 gaat hij naar Parijs en studeert piano en harmonie aan het Conservatoire national supérieur de musique; een jaar later kreeg hij een eerste prijs voor harmonie en wordt er repetitor. Fétis componeert veel en krijgt diverse belangrijke opdrachten in Frankrijk. In 1821 wordt hij professor in compositie aan zijn Alma Mater, het Conservatoire national supérieur de musique te Parijs.

Van 1827 tot 1833 redigeert hij helemaal alleen de Revue Musicale en ontpopt zich tot een gezaghebbend muziekcriticus.

Twee jaar na het ontstaan van de Belgische staat werd hij door de koning Leopold I van België naar Brussel geroepen om daar het conservatorium te leiden. In september 1833 organiseert en dirigeert hij het grote militaire muziekfestival op het Koningsplein; hij componeerde er diverse stukken en een Requiem voor.

Fétis besefte dat de harmoniemuziek in België een nationale instelling was en besloot er iets voor te doen. Hij organiseerde een groot harmonieconcert op 15 september 1834 in de Brusselse Kruidtuin. De Revue Musicale van 5 oktober 1834 geeft volgend verslag:

Tegen een de vleugels van het fraaie bouwwerk dat de serres van de Kruidtuin herbergt, was een orkest in de vorm van een amfitheater opgericht; een uitmuntende schikking, doordat de ramen die de serre afsluiten, een weerkaatsingsvlak vormden dat de klank ver liet dragen. Te midden planten in de tuinen, was een tweede orkest opgesteld om de echo-effekten te produceren in een door Fétis voor deze gelegenheid gecomponeerd stuk Echo. Het echostuk van de heer Fétis was een nieuwe idee en de uitvoering ervan was zeer moeilijk en enkel door goede muzikanten te spelen. Op hetzelfde ogenblik, op dezelfde plaats, moesten twee klankmassa's uit twee orkesten, op honderd passen van elkaar, samenvloeien. Om dit resultaat te bereiken hebben de twee dirigenten, Fétis voor het hoofdorkest en Snel voor de echo, zich beide erop moeten toeleggen de maat voor te zijn. Het effect was volledig geslaagd.

Het werk Echo en mi bémol majeur pour deux orchestres d'haromie werd geschreven voor twee harmonieorkesten met elk 3 klarinetten in Bes, 1 klein fluit in Es, 2 hoorns in Es, 2 fagotten en 1 ophicleïde. Onderaan de eerste bladzijde van het manuscript vraagt Fétis om elke partij eenmaal te kopiëren.

Het werk werd in 1833 gecomponeerd en was ook bedoeld om gespeeld te worden tijdens de septemberfeesten van 1833. Fétis staat vooral bekend als auteur van zijn Biographie Universelle des Musiciens en van belangrijke artikels en kritieken, naast diverse theoretische werken.

Het archief van Fétis bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek van België.

Fétis trouwde met Adélaïde Robert, de dochter van de in Brussel in ballingschap levende Franse revolutionairen François Robert en Louise de Kéralio. Zijn zoon, Édouard Fétis, werd bibliothecaris en conservator.

Composities (uittreksel)

bewerken

Werken voor orkest

bewerken

Symfonieën

bewerken
  • 1862 1e Symfonie in Es groot
  • 1883 2e Symfonie in g klein

Concerten voor instrumenten en orkest

bewerken
  • 1865 Fantaisie symphonique, voor orgel en orkest
  • 1869 Concert in b-klein, voor dwarsfluit en orkest

Andere werken voor orkest

bewerken
  • 1854 Concert-ouverture

Werken voor harmonieorkest

bewerken
  • 1833 Echo en mi bémol majeur pour deux orchestres d'harmonie
  • 1833 Fanfare in Es
  • 1850 Messe de Requiem (zie Missen en gewijde muziek)
  • Harmoniestukken voor acht blaasinstrumenten, opus 1

Missen en gewijde muziek

bewerken
  • 1810 Mis voor vijf stemmen
  • 1850 Messe de Requiem ter gelegenheid van de begrafenis van Koningin Louise-Marie, voor vocale solisten, gemengd koor, bugel of saxhoorn, 6 hoorns, 4 trompetten, 3 trombones, bas-tuba of bas-saxhoorn, bombardon of contrabas-saxhoorn, cello's, contrabas en timbales
  • 1856 Te Deum voor de verjaardag van Koning Leopold I van België
  • 1865 "Domine salvum fac regem nostrum" ter gelegenheid van de intronisatie van Koning Leopold II van België

Muziektheater

bewerken

Opera's

bewerken
Voltooid in titel aktes première libretto
1820 L'Amant et le mari 2 aktes 8 juni 1820, Parijs, Théâtre Feydeau Charles Guillaume Etienne en Jean-François Roger
1823 Les Sœurs jumelles 1 akte 5 juli 1823, Parijs, Théâtre Feydeau François Antoine Eugène de Planard
1823 Marie Stuart en Ecosse 3 aktes 30 augustus 1823, Parijs, Théâtre Feydeau François Antoine Eugène de Planard
1824 Phidias 2 aktes 1824, Parijs
1825 Le Bourgeois de Reims 1 akte 7 juni 1825, Parijs, Théâtre Feydeau Jules Henri Vernoy de Saint-Georges en C. Ménissier
1826 Lavieille 1 akte 14 maart 1826, Parijs, Opéra-Comique
1832 Le Mannequin de Bergame 1 akte 1 maart 1832, Parijs, Théâtre Ventadour François Antoine Eugène de Planard en Paul Duport

Kamermuziek

bewerken
  • Grand Duo, voor viool en piano
  • Sextet, voor strijkkwartet en piano vierhandig
  • Zes walsen, voor twee klarinetten, twee hoorns en twee fagotten

Publicaties

bewerken
  • Biographie Universelle des Musiciens et bibliographie générale de la musique, Paris: Firmin-Didot et Cie., 1881-89, 8 vols. Supplement et complement. 2 vols. ISBN 2-84575-049-8; heruitgave 2006, Adamat Media Corporation, ISBN 0-543-98534-2 (paperback); ISBN 0-543-98533-4 (hardcover)
  • Galerie des musiciens célèbres, compositeurs, chanteurs et instrumentistes, contenant leurs portraits lithographiés par les meilleurs artistes, des fac-similés, et leurs notices biographiques, Paris
  • La musique mise a la portee de tour le monde, London: Clarke 1844 - Chifden: Boethius 1985. XV, 300 S.
  • Histoire générale de la musique ..., 5 vols., 1869‒1876
  • Manuel des compositeurs, directeurs de musique, chefs d'orchestre et de musique militaire, ou Traité méthodique de l'harmonie, des instrumens, des voix et de tout ce qui est relatif à la composition, à la direction et à l'exécution de la musique, Paris
  • Manuel des principes de musique, à l'usage des professeurs et des élèves de toutes les écoles de musique, particulièrement des écoles primaires, (2. uitg.), Paris, M. Schlesinger
  • Traité de l'accompagnement de la partition sur le piano ou l'orgue, Paris, Pleyel
  • Curiosités historiques de la musique, complément nécessaire de La Musique mise à la portée de tout le monde, Paris, Janet & Cotelle, 1830.
  • Méthode des méthodes de piano, ou Traité de l'art de jouer de cet instrument basé sur l'analyse des meilleurs ouvrages qui ont été faits à ce sujet, samen met Ignaz Moscheles: Paris, M. Schlesinger, 1840.
  • Mèmoire sur l'Harmonie Simultanée des Sons Chez les Grecs et les Romains, Paris, Chez Aubri, 1859.
  • Esquisse de l'histoire de l'harmonie consideree comme art et comme science systematique, Paris, Bourgogne et Martinet, 1840.
  • Traité du contrepoint et de la fugue contenant l'exposé analytique des règles de la composition musicale depuis deux jusqu'à huit parties réelles,..., Paris, Charles Michel Ozi et Cie, 1825[1]
  • Traité complet de la théorie et de la pratique de l'harmonie, Paris, Schlesinger, 1844.

Bibliografie

bewerken
  • Francis Pieters: Grootmeesters van de Simfonie en de Blaasmuziek in: FEDEKAMNIEUWS - Tweemaandelijks orgaan van de Fedekam Vlaanderen, 26e jaargang, Nr. 6, december 1981, pp. 475–476
  • Gérard Pinsart: Ces musiciens qui ont fait la musique. Autographes et manuscrits musicaux du 16e au 20e siècle, catalogue d'exposition, (Musée Royal de Mariemont du 26 octobre 1985 au 31 mars 1986) , Morlanwelz, Musée Royal de Mariemont, 1985-86, 251 p.
  • Bernard Huys: François-Joseph Fétis, FontesArtis Musicae. 30 (1983), S. 29-30.
  • Godelieve Becquart-Robyns: François-Joseph Fétis maitre de chapelle de Leopold 1er, Revue Belge de Musicologie. Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap. 26/27 (1972/73), S. 130-142.
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • Robert S. Nichols: Fétis' theories of tonalite, and the aesthetics of music, Revue Belge de musicologie. Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap. 26/27 (1972/73), S. 116-129.
  • Mary I. Arlin: Fétis' Contribution to practical and historical music theory, Revue Belge de Musicologie. Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap. 26/27 (1972/73), S. 106-115.
  • François Lesure: L'affaire Fétis, Revue Belge de Musicologie. Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap. 28/29/30 (1974-76), S. 214-221.
  • Paul Tinel: François-Joseph Fétis, pere de la musicologie et polemiste, Academie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Beaux-Arts. 53 (1971), S. 136-144.
  • Victor van Hemel: Voorname belgische toonkunstenaars uit de 18de, 19de en 20ste eeuw, Antwerpen: Cupido-Uitgave, 1958, 84 p.
  • Robert Wangermée: François-Joseph Fétis. Musicologue et compositeur, Academie Royale de Belgique. Classe des Beaux-Arts. Memoires, Tome VI, Fasc 4, Bruxelles: Palais des Academies 1951. 355 S.
  • Albert van der Linden: Une mission de François-Joseph Fétis en Italie, en 1841, Rivista Musicale Italiana. 53 (1951), S. 61-72.
  • Jacques Stehman: Histoire de la musique en Belgique, Ministere de la Defense Nationale, 1950
  • Charles Leirens: Belgian music, New York: Belgian Information Centre, 1943, 40 p.
  • L.E. Jooris: Memorial usuel : des musiciens et dilettanti, Bruxelles: Imprimerie A. et C. Denis Preres, 1911
  • Dan Fog, Nana Schiodt, Hans Danelund: Hagens samling i Det kongelige Biblioteks Handskriftafdeling. Kilder til dansk musikhistorie samlet af S.A.E Hagen, Kobenhavn: Det kongelige Bibliotek, 1981, 167 p.
  • Ernst Tittel: Die Wiener Musikhochschule. Vom Konservatorium der Gesellschaft der Musikfreunde zur staatlichen Akademie für Musik und Darstellende Kunst, in: Ehrenmitglieder : A. der Gesellschaft bzw. des Konservatoriums, Wien: Lafite, [1967], 111 p.
  • Louis Gustave Vapereau: Dictionnaire universel des contemporains, etc ..., 4e ed., Paris: 1893
  • Charles Victoire Alfred Langue onder het pseudoniem: Alfred Dantes: Dictionnaire biographique et bibliographique ... des hommes les plus remarquables dans les lettres, les sciences et les arts, etc ..., Paris: 1875
  • Johann Christian Ferdinand Hoefer: Nouvelle biographie generale, etc ..., Paris: 1852-66, 46 vols.
  • Lawrence Archbold, William John Peterson: French organ music from the Revolution to Franck and Widor, Rochester, New York: University of Rochester Press, 1995, 323 p.
  • Orpha Ochse: Organists and organ playing in nineteenth-century France and Belgium, Bloomington: Indiana University Press, 1994, 271 p.
  • David Damschroder, David Russell Williams: Music theory from Zarlino to Schenker - A bibliography and guide, Stuyvesant, NY: Pendragon Press, 1990
  • Ursula Pesek, Hans-Peter Schmitz: Flötenmusik aus drei Jahrhunderten : Komponisten : Werke : Anregungen, Basel: Bärenreiter, 2. Auflage, 1993, 320 p., ISBN 978-3-7618-0985-3
  • Jamie Croy Kassler: The science of music in Britain, 1714-1830 - A catalogue of writings, lectures and inventions. In two volumes, New York: Garland, 1979
  • Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
  • Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
  • Rudolf Vogler: Die Musikzeitschrift signale für die musikalische Welt 1843-1900, Regensburg: Gustav Bosse Verlag, 1975
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
  • Gustaf Hilleström: Utlandska ledamöter, in: Matrikel 1771-1971 : Kungl. Musikaliska Akademien, Strängnäs: Nordiska Musikförlaget i distribution, 1971, 286 p.
  • Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
  • Zenei lexikon, Budapest: Zenemukiado Vallalat, 1965
  • Lauro Ayestaran: Fétis, un Precursor del Criterio Etnomusicologico en 1869, Primera Conferencia Interamericana de Etnomusicologia. Cartagena de Indias 1963. 1965. S. 13-37.
  • Charles Edward Wunderlich: A history and bibliography of early American musical periodicals, 1782-1852, A dissertation submitted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in the University of Michigan, 1962, 783 p.
  • Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
  • Daniel Fryklund: Några Fétis-brev à propos ett nyutkommet arbete, Svensk tidskrift for musikforskning. 34 (1952), S. 123-139.
  • Daniel Fryklund: Societe internationale de musicologie. 1er congres Liege 1930. Compte rendu, in: Eine schwedische Sammlung von Briefen von und an Fétis, Guildford, 1931.
  • Daniel Fryklund: Contribution a la connaissance de la correspondence de Fétis, Svensk Tidskrift för Musikforskning, vol. 12, 1930, p. 85-154
  • Theodore Baker: Baker's biographical dictionary of musicians - Fourth edition, New York: G. Schirmer, 1940
  • Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti, Milan: Sonzogno, 1937, 2V p.
  • Paul Frank, Wilhelm Altmann: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon : für Musiker und Freunde der Musik, Regensburg: Gustave Bosse, 1936, 730 p.
  • Tobias Norlind: Allmänt musiklexikon, Stockholm: Wahlström & Widstrand, 1927-28, 2V p.
  • Edmund Sebastian Joseph van der Straeten: History of the violoncello, the viol da gamba - Their precursors and collateral instruments. - With biographies of all the most eminent players of every country, London: William Reeves, 1915
  • Eugene Rapin: Histoire du piano et des pianistes, Bologna: Forni Editore, 1904
  • Constant Pierre: Le Conservatoire National de musique et de declamation - Documents historique et administratifs, Paris: Imprimerie Nationale, 1900
bewerken
  NODES
Done 2
eth 1
orte 2
see 2
Story 2