Gebruiker:Goeiedag/kladblok
Een model van oppervlakte-afvoer is een voorstelling van het deel van de waterkringloop dat de oppervlakte-afvoer van een hydrologisch opvangebied betreft. Het model wordt meestal gebruikt om de oppervlakte-afvoer of afstroming te begrijpen en om voorspellingen te kunnen doen over de afvoer om het waterbeheer te regelen of om waterbouwkundige maatregelen te ontwerpen voor het beheersen van overstromingen.
Hoewel het mogelijk is schaalmodellen te maken zijn de meeste afstromingsmodellen van het type wiskundig model.
Soorten modellen
bewerkenWiskundige afstromingsmodellen kunnen ingedeeld worden in:[2]
- statistische modellen (volgens de kansrekening)
- ervaringsmodellen (empirische of proefondervindelijke modellen)
- conceptuele modellen (analoge modellen)
- Hydraulische transportmodellen (volgens de stromingsleer)
- Samengestelde modellen
Statistische modellen
bewerkenStatistische modellen zijn gebaseerd op cumulatieve-frequentieanalyse van de stromigen en afvoeren. De voorspellingen doet men op basis van de herhalingsperiode en dienen er toe de frequentie van waterschaarste en -overvloed in te schatten om het waterbeheer te regelen of om waterbouwkundige maatregelen te ontwerpen voor het beheersen van overstromingen.
Bovendien kan men met de statistische analyse een inzicht verkrijgen van de neerslag op of de verdamping van een stroomgebied die kunnen dienen als invoergegevens in de wiskundige modellen die de aanvoer van water omrekenen in afvoer, zodat het afvoer-regiem beoordeeld kan worden.
Ervaringsmodellen
bewerkenErvaringsmodellen zijn modellen, of misschien beter gezegd methoden, die zijn ontwikkeld op grond van ondervinding waarbij physische en hydrologische parameters met elkaar in verband worden gebracht met het doel de afstroming er van af te leiden. Bekende ervaringsmodellen zijn:
- de rationele methode die de maximaal verwachte afvoer geeft op basis van de maximaal verwachte regeninstensiteit gedurende een periode die gelijk is aan de concentratie tijd van het opvanggebied[3]
- de nummer van de afvoerkromme methode (NAK, Engels: Curve Number - CN - Method[4] ,[5] ), die het totale volume van de afvoer oplevert, gevolgd door de eenheids-hydrograaf-methode (Engels:Unit Hydrograph Method[6]), die de verdeling van het volume over de tijd verzorgt zodat een stroming wordt verkregen.
Conceptuele modellen
bewerkenConceptuele modellen zijn modellen gegrond op een idee over, een concept van, of een analogie met het proces van de omzetting van de neerslag in afvoer.[7]
Een voorbeeld van een conceptueel model is het reservoir model[8] zoals hieronder besproken.
Transport modellen
bewerkenHydraulische transportmodellen zijn wiskundige modellen gebaseerd op hydraulische stromingsleer of vloeistofmechanica met gebruik van stromingsvergelijkingen zoals die van Manning en Saint Venant voor het transport van water in de bedding van een beek of rivier.
De complexiteit van de hydraulische karakteristieken van de oppervlakte van stroomgebieden maakt dat de transportmodellen nauwelijks toepasbaar zijn op het proces van de afstroming over land tot dat het water een duidelijke bedding bereikt.[9] Daarom worden deze modellen alleen voor beken en rivieren gebruikt.
Software
Voorbeelden van software: DSSAM[10] , DUFLOW[11] , HSPF[12] , MIKE[13] , MOHID Land[14] , TopModel[15] , WAFLEX[16] en het Xinanjiang model.[17]
Samengestelde modellen
bewerkenSamengestelde modellen gebruiken een combinatie van ervaringsmodellen, conceptuele modellen en transportmodellen.
Software
Voorbeelden van software: GSSHA,[18] , HBV[19] , SHETRAN[20] en Vflo[21]
Het onderscheid tussen transportmodellen en samengestelde modellen is niet altijd scherp omdat veel transportmodellen elementen van andere modellen in zich hebben om de hoeveelheid water te bepalen die de stroombedding bereikt, waarbij de bepalingsmethode kan varieren van vrij eenvoudig tot vergevorderd.
Galerij van illustraties
bewerken-
Waterstroming in de Inkomati rivier nabij Carolina, Zuid-Afrika
-
Het gebruik van de afstroming ten behoeve van irrigatie aan de voet van een alluviale waaier, zie ook irrigatie in puinwaaiers
-
Sluis voor het opvangen van water om landbouw te plegen na terugschrijding van de overstroming, Okavangodelta, Botswana
-
Overstroming door oppervlakte-afvoer
Reservoir model
bewerkenEen bekend model is dat van het lineaire reservoir, maar het model is zo eenvoudig dat de toepasbaarheid in de praktijk beperkt is.
Het afvoermodel op basis van het niet lineneaire reservoir heeft een ruimere bruikbaarheid, maar het kan alleen toegepast worden op stroomgebieden waarvover het neeslagpatroon als uniform kan worden aangenomen. De maximale grootte van het stroomgebied hangt dus af van de ruimtelijke neerslagverdeling. Echter, wanneer het bestudeerde stroomgebied te groot is, kan het worden onderverdeeld in kleinere eenheden waarin het model afzonderlijk kan worden gebruikt terwijl de respectieve afvoergolven verder worden verwerkt met een hydrologisch transportmodel.
Lineair reservoir
bewerkenDe hydrologie van een lineair reservoir (figuur 1) is gegrond op twee vergelijkingen[22] :
(1) stromingsvergelijking:
- Q = A.S
(2) Continuïteitsvergelijking of waterbalans:
- R = Q + dS/dT
waar:
Q de oppervlakte-afvoer van water is (of de oppervlakte-drainage), met eenheden [L/T], waarin L een laagdikte voorstelt (in mm of m) en T de tijd (in sec, uur of dag)
R de netto aanvoer van water is (of de effectieve neerslag of de overmaat regen), met eenheid [L/T]
A de reactiefactor is met eenheid [1/T]
S de berging of opslag van water is, met eenheid [L]
dS een differentiaal, of infinitesimaal, of een kleine verandering is van S
dT een differentiaal is (of infinitesimaal of een kleine verandering) van T
Afvoervergelijking
Combinatie van de twee vorige vergelijkingen levert een differentiaalvergelijking op waarvan de oplossing kan worden geschreven als:
- Q2 = Q1 exp { – A (T2 – T1) } + R [ 1 – exp { – A (T2 – T1) } ]
Dit is de vergelijking voor de hidrologische oppervlakte-afvoer, oppervlakte-drainage, of afstroming, waarin Q1 y Q2 de waarden zijn van Q op respectievelijk tijdstip T1 en T2 terwijl T2–T1 een kleine tijdstap of tijdsinterval is gedurende welk de netto aanvoer R constant kan worden verondersteld.
Samenstelling van de totale afvoergolf
Aannemende dat de waarde van de factor A bekend is, dan kan de totale afvoergolf (TAG) worden verkregen door een aantal successievelijke tijdstappen te gebruiken en de afvoer te berekenen met de afvoervergelijking aan het einde van elke tijdstap er vanuitgaande dat de beginwaarde van Q gelijk is aan de eindwaarde van Q bij de voorgaande tijdstap. De allereerste beginwaarde van Q moet wel bekend zijn.
Eenheidsafvoergolf
Wanneer de aanvoer R gelijk is aan nul, dan kan de afvoer Q worden berekend als:
- Q = – dS/dT
Hierin de Q vervangend door de uitdrukking voor Q in vergelijking (1) verkrijgt men:
- dS/dT = – A.S
De oplossing hiervan is:
- S = exp(– A.T)
Hierin de S vervangend door Q/A volgens vergelijking (1) geeft:
- Q = A exp(– A.T)
Dit stelt het uitputtingsverloop van de afvoergolf voor en wordt momenteenheidsafvoergolf (MEAG)[6] genoemd. De beschikbaarheid van een uitdrukking voor de MEAG kan de noodzaak omzeilen de totale afvoergolf (TAG) te berekenen volgens de meer ingewikkelde methode van de convolutie.[23]
Reactiefactor
Wanneer de rectiefactor A bepaald kan worden uit de eigenschappen van het stroomgebied, dan kan ket lineare reservoir gebruikt worden als deterministisch model of analytisch model worden genoemd.
Anders kan men de factor A bepalen door kalibratie met behulp van een gegevensbestand van neerslag en afvoer, zoals hieronder nader uitgwerkt bij niet-lineair reservoir. Hiermee gebruikt men het reservoir model als zwarte doos.
Omrekeningen
1 mm/dag komt overeen met 10 m3/dag per ha van het stroomgebied
1 l/sec per ha komt overeen met 8.64 mm/dag of 86.4 m3/dag per ha
Niet-lineair reservoir
bewerkenIn tegenstelling tot het lineaire reservoir heeft het niet-lineaire reservoir een reactiefactor (A) die niet constant is[24] , maar die een functie is van de berging S of de afvoer Q (figuur 2, 3).
Normaliter neemt A toe bij toenemende Q of S, omdat de afvoercapaciteit meer dan lineair toeneemt bij toenemende berging en afvoer. Daarom wordt deze factor Aq genoemd.
Het niet-lineaire reservoir heeft geen bruikbare MEAG.
Tijdens perioden zonder neerslag en aanvoer, als R = 0, vereenvoudigt de afvoervergelijking tot:
- Q2 = Q1 exp { – Aq (T2 – T1) }
en met gebruiking van een eenheid van tijdsinterval T2 – T1 = 1 kan Aq worden berekend volgens:
- Aq = – ln (Q2/Q1)
Dus is het mogelijk de reactiefactor Aq te bepalen tijdens perioden van droogte uit het verloop van de afvoer met behulp van een numerieke methode.
Figuur 3 toont het verband tussen Aq en Q voor de kleine vallei Rogbom (in feite een beekdal) in Sierra Leone.
Figuur 4 laat een waargenomen en een gesimuleerde (berekende) afvoergolf zien van dezelfde beek aan het benedenstroomse eind.[25]
Netto aanvoer
bewerkenDe netto aanvoer (effectieve neerslag, regenovermaat) kan worden gemodelleerd met een vóór-reservoir (figuur 6) dat de netto aanvoer geeft als een overstroming. Het vóór-reservoir bestaat uit de volgende onderdelen:
- een maximale berging of opslag (Sm) met eenheid [L]
- een werkelijke of actuele berging (Sa) met eenheid [L]
- een relatieve berging: Sr = Sa/Sm
- een maximale snelheid [Em, L/T] van ontsnapping (verdamping plus infiltratie naar de ondergrond en de aquifer) die niet deelneemt aan het afvoerproces
- een werkelijke of actuele ontsnappingssnelheid Ea = Sr.Em [L/T]
- een bergingstekort Sd = Sm + Ea – Sa voor een eenheid van tijd [L]
De netto aanvoer kan berekend worden voor een eenheid van tijd (T2–T1=1) als : R = Regen – Sd op voorwaarde dat R>0.
De werkelijke berging aan het einde van het tijdsinterval wordt gevonden als : Sa2 = Sa1 + Regen – R – Ea , waar Sa1 de werkelijke berging is aan het eind van de vorige tijdstap.
De metode van het nummer van de afvoerkromme (NAK)[5] geeft een alternatief om de netto aanvoer te bepalen. Hier is de aanvankelijke aftrek (Engels: initial abstraction) vergelijkbaar met Sm–Si, waar Si de beginwaarde ia van Sa in het reservoir model.
Software
De figuren 3, 4 en 5 zijn gemaakt met het computerprogramma RainOff[26] , onworpen om het verband tussen neerslag en afvoer te bestuderen met het model van een niet-lineair reservoir met een vóór-reservoir. Het programma bepaalt de functie van Aq als lineair, exponentieel, of als logaritmisch. Het programma geeft ook een voorbeeld van een waarde van Aq die te berekenen is uit de parameters van een drainage systeem zelf.[22]
Referenties
bewerken- ↑ CumFreq, model voor cumulatieve-frequentie-analyse. Vrije download : [1]
- ↑ J.Boonstra (1994) Estimating peak runoff rates, Chapter 4 in: H.P.Ritzema (Ed.), Drainage Principles and Applications, Publication 16, International Institute for Land Reclamation and Improvement, Wageningen, The Netherlands, ISBN 90 70754 3 39
- ↑ Concentratietijd van een stroomgebied
- ↑ Curve Number method (1)
- ↑ a b Curve Number method (2)
- ↑ a b Unit hydrograph method
- ↑ Rushton, K.R. (2003) Groundwater Hydrology: Conceptual and Computational Models. John Wiley and Sons Ltd. ISBN 0-470-85004-3
- ↑ RainOff, a rainfall-runoff model based on the concept of a nonlinear reservoir, free download from : [2]
- ↑ Vijay P. Singh (1995) Computer Models of Watershed Hydrology, Water Resource Publications, pgs. 563-594
- ↑ DSSAM model
- ↑ DUFLOW model
- ↑ Hydrological Simulation Program Fortan (HSPF)
- ↑ MIKE model
- ↑ MOHID Land model
- ↑ TopModel
- ↑ WAFLEX model
- ↑ Xinanjiang model
- ↑ GSSHA model
- ↑ HBV model
- ↑ Shetran model
- ↑ Vflo model
- ↑ a b J.W. de Zeeuw (1973) Hydrograph analysis for areas with mainly groundwater runoff. In: Drainage Principles and Applications, Vol. II, Chapter 16, Theories of field drainage and watershed runoff. p 321-358. Publication 16, International Institute for Land Reclamation and Improvement (ILRI), Wageningen, The Netherlands.
- ↑ D.A. Kraijenhoff van de Leur (1973) Rainfall-runoff relations and computational models. In: Drainage Principle and Applications, Vol. II, Chapter 16, Theories of field drainage and watershed runoff. p 245-320. Publication 16, International Institute for Land Reclamation and Improvement (ILRI), Wageningen, The Netherlands.
- ↑ ILRI (1995). Land drainage and soil salinity: some Mexican experiences. In: ILRI Annual Report 1995, p. 44-53. International Institute for Land Reclamation and Improvement, Wageningen (ILRI), Wageningen, The Netherlands. On line: [3]
- ↑ A.Huizing (1988) Rainfall-Runoff relations in a small cultivated valley in Sierra Leone. Wetland Utilization Research Project. International Institute for Land Reclamation and Improvement, Wageningen, The Netherlands
- ↑ RainOff, a computer model for rainfall-runoff relations using the concept of a non-linear reservoir. Vrije download van : [4]