Gebruiker:Zomerklokje/Proef3
In de zeventiende eeuw werden dergelijke schilderijen aangeduid als "moderne beelden", om ze te onderscheiden van de historieschilderkunst.[1]
aanvulling; minus incorrecte alinea: genreschilderkunst is per definitie eigentijds
Terminologie
bewerkenUit 17e-eeuwse boedelbeschrijvingen blijkt dat schilderijen van eigentijdse taferelen destijds 'moderne beelden' werden genoemd. Ook Houbraken, die aan het begin van de 18e eeuw zijn kunstenaarsbiografieen schreef, heeft het bijvoorbeeld bij Abraham van Dijck over...
De term 'genre' is in de 19e eeuw in zwang gekomen. Zo schrijft Potgieter ...[2]
De genreschilderkunst in de 19e eeuw valt uiteen in twee categorieën. Enerzijds waren er - net als de 17e eeuw - eigentijdse taferelen van het 19e-eeuwse dagelijks leven, zowel deftige interieurs als volkse scènes. Anderzijds werden er ook pastiches gemaakt van 17e-eeuwse voorbeelden en reconstructies van gebeurtenissen uit de Gouden Eeuw, waardoor deze schilderijen in feite een soort historiestukken waren.
Geschiedenis
bewerkenHuiselijke taferelen in de Oudheid
bewerkenZoek op Commons naar 'Amarna relief'
- Achnaton
-
Achnaton, Nefertiti en hun kinderen, reliëf Tell el-Amarna, ca. 1340 v. Chr., Egyptisch Museum, Berlijn
-
Levendige gesprek van twee bewakers, Amarna, Brooklyn Museum
-
Amarna prinses
15e-eeuwse voorlopers
bewerkenMede onder invloed van de Moderne Devotie die de gelovige aanspoorde te leven als Christus, ontstonden er in de 15e eeuw schilderijen en miniaturen van bijbelse taferelen in een moderne, huiselijke setting. Vooral voorstellingen van de annunciatie en van de Heilige Familie waren populair, zoals de Mérodetriptiek uit het atelier van Robert Campin. Andere voorbeelden van interieurs of 'kamergezichten' waren studeerkamers van schrijvers, zoals de evangelisten, de heilige Hiëronymus of Thomas van Aquino, in de 16e eeuw gevolgd door Erasmus e.a. Een vroeg voorbeeld hiervan is de Ezra in de Codex Amiatinus (?).
-
Robert Campin (atelier), Middenpaneel van de Mérodetriptiek: de annunciatie, Met NY
-
Meester van Katharina van Kleef,
-
Meester van Katharina van Kleef, De heilige familie aan het werk, Getijdenboek van Katharina van Kleef, M.917 p. 161, Morgan Library, New York
-
Jan Mostaert (?), De Heilige Familie aan het ontbijt, ca. 1500, olieverf op eiken paneel, Wallraf-Richartz-Museum, Keulen
Interpretaties
bewerkenEric Jan Sluijter neemt een meer gematigde en pragmatische positie in. Door de schilderijen in hun historische context te zetten probeert hij te achterhalen hoe de kopers van de schilderijen ernaar keken en wat ze erin herkenden: enerzijds vertrouwde motieven, spreekwoorden en wijsheden, anderzijds een bewijs van het vakmanschap van de kunstenaar.
Literatuur
bewerken- Mare, Heidi de (2003/2021): The House and the Rules of Thought. A comparative study of the work of Simon Stevin, Jacob Cats, Pieter de Hooch en Samuel van Hoogstraten; te lezen op www.academia.edu (originele Nederlandstalige dissertatie, 2003)
- Hecht: De Leidse fijnschilders
- Gerard ter Borch
- Frans van Mieris
- Biesboer, Pieter (1993): "Judith Leyster, schilderes van 'moderne beelden'," in: Welu & Biesboer (red.), Judith Leyster. Schilderes in een mannenwereld, Zwolle: Waanders, p. 75-92
- Biesboer, P. & Sitt, M. (red.) (2003): Satire en vermaak. Het genrestuk in de tijd van Frans Hals, Zwolle: Waanders / Frans Hals Museum Haarlem
- Blankert, Albert (1995): "Vermeers 'moderne' onderwerpen", in: Arthur K. Wheelock jr. (red.), Johannes Vermeer, Zwolle / Den Haag / Washington D.C., p. 31-45
- Haak, Bob (1984/2003): Hollandse schilders in de Gouden Eeuw, Zwolle, Waanders
- Huizinga, Johan (1941): Nederland's beschaving in de zeventiende eeuw, Haarlem: H.D. Tjeenk Willink & Zoon N.V.; te lezen op DBNL(KB). Herdruk onder redactie van Anton van der Lem: Nederlands beschaving in de zeventiende eeuw, 1998, Amsterdam: Contact
- Jansen, Guido (red.) (1996): Jan Steen. Schilder en verteller, Zwolle: Waanders / Rijksmuseum / National Gallery of Art (Washington D.C.)
- Jongh, Eddy de (1967): Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende eeuw, Amsterdam: Openbaar Kunstbezit; te lezen op DBNL(KB)
- Jongh, Eddy de (1976): Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw, Amsterdam: Rijksmuseum; te lezen op DBNL(KB)
- Kersten, M. & D. Lokin (red.) (1996): Delftse meesters, tijdgenoten van Vermeer. Een andere kijk op perspectief, licht en ruimte, Zwolle, Waanders
- Loughman, John & Montias, John Michael (2000): Public and Private Spaces. Works of Art in Seventeenth-Century Dutch Houses, Zwolle: Waanders
- Mare, Heidi de (2012), Huiselijke taferelen, Nijmegen: Vantilt; handelseditie van de dissertatie uit 2003, waarvan de Engelse vertaling sinds 2021 te lezen is op www.academia.edu
- Sluijter, Eric Jan (1988): "Belering en verhulling? Enkele 17de-eeuwse teksten over de schilderkunst en de iconologische benadering van Noordnederlandse schilderijen uit deze periode", De Zeventiende Eeuw 4(1988), p. 3-28; te lezen op DBNL(KB)
- Sluijter, Eric Jan (1991): "Over fijnschilders en 'betekenis'", Oud Holland 105, p. 50-63; Engelse vertaling in: Seductress of Sight. Studies in Dutch Art of the Golden Age, 2000, Zwolle: Waanders
- Sluijter, Eric Jan (1993): De lof der schilderkunst. Over schilderijen van Gerrit Dou en een traktaat van Philips Angel uit 1642, Hilversum: Uitgeverij Verloren; Engelse vertaling in: Seductress of Sight. Studies in Dutch Art of the Golden Age, 2000, Zwolle: Waanders
- Westermann, Mariët (1996/2007): De schilderkunst van de Republiek 1585-1717 (vertaling uit het Engels), Rijswijk, Elmar / Atrium
- Westermann, Mariët, e.a. (red.) (2001), Wooncultuur in de Nederlanden. 1500-1800, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 2000 (deel 51), Zwolle: Waanders
Judith Leyster
bewerkenJudith Leyster | ||||
---|---|---|---|---|
Zelfportret, circa 1630, National Gallery of Art, Washington
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Judith Jansdr. Leyster | |||
Variant(en) | Judita Leystar Judith Molenaer | |||
Geboorte | ||||
Datum | 1609 | |||
Plaats | Haarlem | |||
Gedoopt | 28 juli 1609 | |||
Kerk | Grote Kerk | |||
Bron | doopregister | |||
Overlijden | ||||
Datum | 1660 | |||
Plaats | Heemstede | |||
Begraven | 10 februari 1660 | |||
Graf | Oude Kerk (geen grafsteen) | |||
Bron | rouwkaart (niet in begraafboek) | |||
Levensloop | ||||
Woonplaats | Haarlem Amsterdam Heemstede | |||
Land | Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden | |||
Beroep | kunstschilder, koopvrouw | |||
Artistieke carrière | ||||
Stijl | Barok | |||
Leermeester | Frans de Grebber (?) Dirck Hals | |||
Beïnvloed door | Frans Hals Pieter Claesz. | |||
Bekende werken | Man die een vrouw geld aanbiedt Fluitspelende jongen | |||
Kunstzinnige familieleden | ||||
| ||||
|
Judith Jansdr. Leyster (Haarlem, gedoopt 28 juli 1609 – Heemstede, begraven 10 februari 1660)
Aantal schilderijen .[1]
Leven
bewerkenDe naam Leyster
bewerkenJudith Leysters vader Jan Willemsz. was een "smalwercker" [...] die in zeventiende-eeuwse documenten "van Antwerpen" wordt genoemd. Als latere vermeldingen van zijn leeftijd kloppen is hij in 1568 of 1569 geboren. Na de val van Antwerpen in 1585 trok hij naar Haarlem, dat om textielwerkers zat te springen en waar hij in 1592 werd ingeschreven bij de Gereformeerde Kerk. In 1594 trouwde hij met Trijn Jaspersdr., de dochter van een linnenwever. Ze woonden toen aan de Brede Appelaarsteeg.[2]
De naam Ley(t)ster of Ley(t)star komt in 1603 voor het eerst in de bronnen voor, en wel in het archief van de schutterij waar hij Jan Willem Leijtster wordt genoemd. Voor zover bekend was hij de eerste in zijn familie die zich zo noemde. Met Leyster werd de "leid-ster" bedoeld, een ster waarop je je kunt oriënteren zoals de Poolster of de ster van Bethlehem. Hij wilde er waarschijnlijk mee aangeven dat hij een betrouwbare handelspartner was. Mogelijk heeft hij ook een woordspeling gemaakt met de Franse woorden "toile" (weefsel, stof) en "étoile" (ster).[2]
Er wordt verondersteld dat "Ley(t)ster" aanvankelijk de naam van het textielbedrijf was en dat die later door het gezin werd gebruikt als achternaam. Als schilderes zou Judith Leyster haar signatuur in de vorm van een rebus gieten: (JL plus een soort staartster). In 1655 en 1659 ondertekende ze documenten met Judita Leystar.[3]
Jeugd en opleiding
bewerkenDe exacte geboortedatum van Judith Leyster is onbekend. Ze werd op 28 juli 1609 gedoopt in de Grote Kerk in Haarlem, als het achtste kind van negen.[4]
In 1618 kocht vader Jan Willemsz. de brouwerij De twee croonen met t cruys aan de Bakenessergracht (dicht bij het Donkere Spaarne) die hij prompt omdoopte tot Leystar. Door verder gespeculeer op de huizenmarkt raakte hij in de jaren erna in financiële problemen. In 1624 werd hij failliet verklaard. Hij werd niet alleen achtervolgd door schuldeisers, maar had het kennelijk ook op andere fronten zo bont gemaakt dat de kerk hem niet meer toeliet tot het Heilig Avondmaal. De situatie werd onhoudbaar in Haarlem en hij vertrok met zijn vrouw naar Vreeland bij Utrecht, waarna ze in 1629 naar Zaandam verhuisden. Judith is waarschijnlijk met haar broers en zussen achtergebleven in Haarlem.[5]
De Grebber?
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
Een eigen atelier in Haarlem
bewerken- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
Koopvrouw in Amsterdam
bewerken- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
De hofstede in Heemstede
bewerken- Heemstede, begraven 10 februari 1660 (bron: cat. p. 31 + noot 127 (uitnodiging; niet in begraafboek)
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
- Tekst
Werk
bewerkenIn het atelier van Dirck Hals
bewerkenUit de vroegste werken van Judith Leyster is af te leiden dat ze die waarschijnlijk in het atelier van Dirck Hals heeft gemaakt en dat ze daar ook Jan Miense Molenaar heeft ontmoet. Alle drie hebben ze namelijk dezelfde opvallende, groen-zwartgestreepte wambuis geschilderd, die daar in het atelier als een soort rekwisiet rondgeslingerd moet hebben. Het kledingstuk is te zien op Twee muzikanten en De serenade uit 1629.[6]
-
Twee muzikanten, JL* (ca. 1629), Frans Halsmuseum (bruikleen), Haarlem (er bestaat een variant van dit schilderij met de muzikanten ten voeten uit, verblijfplaats onbekend)
-
Musicerend en drinkend gezelschap in een interieur, ca. 1629, Collectie Nortman, London en Maastricht
-
De laatste druppel, JL* (ca. 1629), Philadelphia Museum of Art - John G. Johnson Collectie, Philadelphia (Pennsylvania)
Het voorbeeld van Frans Hals
bewerken-
Peeckelhaering, JL* 1629, Rijksmuseum Amsterdam
-
Peeckelhaering met een tinnen kan en een pijp, ca. 1629, Gemäldegalerie (Staatliche Museen zu Berlin), Berlijn
-
Twee kinderen met een kat, JL (ca. 1630), privécollectie
Clair-obscur
bewerken-
De serenade, JL* 1629, Rijksmuseum Amsterdam (hier bestaat ook een mogelijk eigenhandige kopie van; privécollectie: veiling Phillips, Londen, 11 december 1990)
-
Spelletje triktrak, ca. 1630, Worcester Art Museum, Worcester (Massachusetts)
-
Jonge vrouw met een luit, JL* (ca. 1631), privécollectie, Londen
De rijpe meesterwerken
bewerken-
Man die een vrouw geld aanbiedt, JLS* 1631, Mauritshuis, Den Haag
-
Fluitspelende jongen, JL* (ca. 1635), Nationalmuseum Stockholm
-
Twee kinderen met een kat en een aal, iudith* (ca. 1635-1640), National Gallery, Londen
Portretten
bewerken-
Jongen in profiel, ca. 1630, National Gallery of Art, Washington D.C.
-
Meisje met strohoed, (ca. 1630-1640), Fondation Rau pour le Tiers-Monde, Zürich
-
Portret van een vrouw, JL* 1635, Frans Halsmuseum, Haarlem
Stillevens en bloemen
bewerkenPieter Claesz.
-
Stilleven met een mand vol fruit tussen een tinnen kan en een roemer, JL* (ca. 1635-1640), Collectie Mrs. Barbara Johnson, Princeton (New Jersey)
-
"de vroege Brabantsson" (Tulpenboek, fol. 29), JL* 1643, Frans Halsmuseum, Haarlem
-
Bloemstuk ("Blompotje"), 1654, privécollectie
Waardering en herontdekking
bewerkenLiteratuur
bewerken- (en) Hofrichter, Frima Fox, 1989, Judith Leyster: A Woman Painter in Holland's Golden Age, Doornspijk, Davaco Publishers
- (nl) Welu, J.A. & Biesboer, P. (red.), 1993, Judith Leyster. Schilderes in een mannenwereld, Zwolle, Waanders; bevat:
- (nl) Biesboer, Pieter, 1993, "Judith Leyster, schilderes van 'moderne beelden'," p. 75-92
- (nl) Broersen, Ellen, 1993, "Judita Leystar, een kloeke schilderes", p. 15-37
- (nl) Hendriks, Ella & Groen, Karin, 1993, "Judith Leyster: een technisch onderzoek", p. 93-114
- (nl) Hofrichter, Frima Fox, 1993, "De verduistering van de Poolster", p. 115-121
- (nl) Kloek, Els, 1993, "De zaak-Judith Leyster: uitzonderlijk of representatief?", p. 55-68
- (nl) Bogendorf Rupprath, Cynthia von, 1993, "Catalogus", p. 123-373
- (nl) Levy-Van Halm, Koos, 1993, "Judith Leyster: leerling - gezel - meester", p. 69-74
- (nl) Thiel-Stroman, Irene van, 1993, "Biografieën", p. 220vv
- (nl) Wijsenbeek-Olthuis, Thera & Noordegraaf, Leo, 1993, "Schilderen voor de kost. Economische achtergronden van het werk van Judith Leyster", p. 38-54
- (nl) Biesboer, P. & Sitt, M. (red.), 2003, Satire en vermaak. Het genrestuk in de tijd van Frans Hals, Zwolle, Waanders / Frans Hals Museum Haarlem
- (nl) frans hals museum, 2009, Judith Leyster, de eerste vrouw die meesterschilder werd, Frans Hals Museum Haarlem
- (en) Wheelock Jr., Arthur K., 2014a, Dutch Paintings of the Seventeenth Century: Judith Leyster/Self-Portrait/c. 1630, op: NGA Online Editions (geraadpleegd op 27 juli 2019)
- (en) Wheelock Jr., Arthur K., 2014b, Dutch Paintings of the Seventeenth Century: Judith Leyster/Young Boy in Profile/c. 1630, op: NGA Online Editions (geraadpleegd op 27 juli 2019)
- ↑ Welu & Biesboer 1993, p. 7-8
- ↑ a b Broersen 1993, p. 15-17, 32 (noten 6, 9)
- ↑ Broersen 1993, p. 15
- ↑ Broersen 1993, p. 15, 32 (noot 3)
- ↑ Broersen 1993, p. 13-19
- ↑ Biesboer & Sitt 2003, p. 124-127
- ↑ Biesboer & Sitt 2003, p. 132
- ↑ Bogendorf Rupprath 1993, p. 124; Biesboer & Sitt 2003, p. 128
- ↑ Biesboer & Sitt 2003, p. 1340137