Langoorbuideldassen
Langoorbuideldassen (Macrotis) zijn een geslacht van Australische buideldassen, het enige geslacht in de familie Thylacomyidae. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1837 gepubliceerd door James Reid.[1]
Langoorbuideldassen | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Grote langoorbuideldas (Macrotis lagotis) | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||
Macrotis Reid, 1837 | |||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||
Perameles lagotis Reid, 1837 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Langoorbuideldassen op Wikispecies | |||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenLangoorbuideldassen hebben de kenmerkende lange snuit die andere buideldassen ook hebben, maar hebben daarnaast ook zeer grote oren, die helpen met het verliezen van warmte. Ook hebben ze door de grootte van de oren excellent gehoor.[2] Ze worden ongeveer 29-55 centimeter lang. In vergelijking met andere buideldassen hebben ze een langere staart, grotere oren en een zachtere zijdeachtige vacht.
Leefwijze
bewerkenHet zijn nachtactieve alleseters die geen water hoeven te drinken, omdat ze hun vocht halen uit hun voedsel. Hun voedsel bestaat onder andere uit insecten, larven, zaden, spinnen, fruit, schimmels en kleine dieren. Het meeste voedsel wordt gevonden door te graven in de grond of door het gebruik van hun lange tong.
In tegenstelling tot andere buideldassen, kunnen langoorbuideldassen uitstekend graven en bouwen ze uitgebreide tunnelsystemen met hun sterke voorpoten en goed ontwikkelde klauwen. Een langoorbuideldas maakt typisch een aantal holen binnen zijn leefgebied, waartussen hij beweegt. De holen worden gebruikt als beschutting tegen de hitte en roofdieren. De buidel van vrouwelijke langoorbuideldassen is naar achteren gericht, om te voorkomen dat deze gevuld wordt met grond tijdens het graven.
Langoorbuideldassen hebben een draagtijd van 12 tot 14 dagen, een van de kortste draagtijden van alle zoogdieren.[3]
Voorkomen
bewerkenDe langoorbuideldassen komen voor in de droge binnenlanden van Australië. Ooit waren ze hier wijdverspreid en bewoonden ze verschillende habitats, zoals bossen, savannes en woestijnen. Tegenwoordig zijn ze verdreven naar de drogere gebieden en leven ze alleen in geïsoleerde gebieden in West-Australië, het Noordelijk Territorium en Queensland.
Soorten
bewerkenDe langoorbuideldassen zijn eerder ook wel tot de familie Peramelidae gerekend, de echte buideldassen. Het Pliocene fossiel Ischnodon is mogelijk verwant aan de langoorbuideldassen. Er bestaan twee soorten, waarvan één recentelijk is uitgestorven:[4]
- Macrotis lagotis (Reid, 1837) – Grote langoorbuideldas
- †Macrotis leucura (Thomas, 1887) – Kleine langoorbuideldas
- Menkhorst, P. & Knight, F. 2001. A Field Guide to the Mammals of Australia. South Melbourne: Oxford University Press, x+269 pp. ISBN 0 19 550870 X
- ↑ Groves, C. P. (2005). "Order Peramelemorphia". In Wilson, D.E.; Reeder, D.M (eds.). Mammal Species of the World: A Taxonomic and Geographic Reference (3rd ed.). Johns Hopkins University Press. p. 38. ISBN 978-0-8018-8221-0.
- ↑ "Greater bilby". Department of Environment and Science – Queensland Government. 8 August 2003. Geraadpleegd op 23 April 2019. Gearchiveerd op 23 april 2019.
- ↑ Gordon, Greg (1984). "Bandicoots And Bilbies". In Macdonald, D. (ed.). The Encyclopedia of Mammals. New York: Facts on File. pp. 846–849. ISBN 978-0-87196-871-5.
- ↑ Mammal Diversity Database (2023). Mammal Diversity Database (Version 1.11) [Data set]. Zenodo. DOI: 10.5281/zenodo.7830771. Gearchiveerd van origineel op 22 mei 2023. Geraadpleegd op 20-06-2023.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Macrotis op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.