Lijst van presidenten van de Verenigde Staten
Hieronder volgt een chronologische lijst van presidenten van de Verenigde Staten van Amerika en hun vicepresidenten.
Huidige president | ||
---|---|---|
|
Presidenten van de Verenigde Staten (vanaf 1789–heden)
bewerkenPartij-legenda |
---|
■ Democratische Partij (16)
■ Federalistische Partij (1)
■ Nationale Uniepartij (2)
■ Onafhankelijk (2)
■ Republikeinse Partij (19)
■ Whigpartij (4)
|
Tijdlijn
bewerkenGeen president
bewerkenPersonen die soms onterecht als president van de Verenigde Staten worden aangemerkt:
- De tien presidenten onder de Articles of Confederation:
- Samuel Huntington (1779–1781)
- Thomas McKean (1781)
- John Hanson (1781–1782)
- Elias Boudinot (1782–1783)
- Thomas Mifflin (1783–1784)
- Richard Henry Lee (1784–1785)
- John Hancock (1785–1786)
- Nathaniel Gorham (1786)
- Arthur St. Clair (1787)
- Cyrus Griffin (1788)
- David Rice Atchison; sommigen stellen dat hij voor één dag (4 maart 1849) president zou zijn geweest.
- Jefferson Davis (1861–1865), de enige president van de Geconfedereerde Staten van Amerika gedurende de Amerikaanse Burgeroorlog.
Statistieken en wetenswaardigheden
bewerkenPresidenten per partij
bewerkenHet aantal presidenten dat elke partij leverde:
Partij | Aantal presidenten | |
---|---|---|
1. | Republikeinse Partij | 19 |
2. | Democratische Partij | 17 |
3. | Democratisch-Republikeinse Partij | 4 |
Whigpartij | 4 | |
5. | Nationale Uniepartij | 2 |
Onafhankelijk | 2 | |
7. | Federalistische Partij | 1 |
Leeftijden van presidenten
bewerkenDe jongste presidenten
bij het begin van de ambtstermijn:
President | Leeftijd | |
---|---|---|
1. | Theodore Roosevelt | 42 |
2. | John F. Kennedy | 43 |
3. | Bill Clinton | 46 |
Ulysses S. Grant | ||
5. | Barack Obama | 47 |
Grover Cleveland |
De oudste presidenten
bij het einde van de ambtstermijn:
President | Leeftijd | |
---|---|---|
1. | Joe Biden | 82 |
2. | Ronald Reagan | 77 |
3. | Donald Trump | 74 |
4. | Dwight D. Eisenhower | 70 |
5. | Andrew Jackson | 69 |
James Buchanan |
De volgende oud-presidenten van de Verenigde Staten zijn medio 2024 nog in leven:
- Jimmy Carter – 100 jaar
- Bill Clinton – 78 jaar
- George W. Bush – 78 jaar
- Barack Obama – 63 jaar
- Donald Trump – 78 jaar
Tijdens presidentschap overleden
bewerkenVier presidenten zijn tijdens hun regeringsperiode om het leven gebracht:
- Abraham Lincoln – op 14 april 1865 in het hoofd geschoten en de volgende dag overleden, 6 weken na het begin van zijn tweede ambtstermijn
- James Garfield – op 2 juli 1881 van achteren neergeschoten en op 19 september aan infecties overleden, 6 maanden en 2 weken na zijn aantreden
- William McKinley – op 6 september 1901 van dichtbij neergeschoten en op 14 september overleden aan koudvuur, ruim 6 maanden na het begin van zijn tweede ambtstermijn
- John F. Kennedy – op 22 november 1963 met een geweer doodgeschoten, na 2 jaar en 10 maanden presidentschap
Buiten de vermoorde presidenten zijn er vier presidenten tijdens hun regeringsperiode overleden:
- William Henry Harrison – op 4 april 1841 overleden aan een longontsteking of buiktyfus, precies 1 maand na zijn aantreden
- Zachary Taylor – op 9 juli 1850 overleden, waarschijnlijk aan buikgriep, 16 maanden na zijn aantreden
- Warren G. Harding – op 2 augustus 1923 overleden, waarschijnlijk door een hartinfarct, na 2 jaar en 5 maanden presidentschap
- Franklin D. Roosevelt – op 12 april 1945 overleden aan een hersenbloeding, een kleine 3 maanden na het begin van zijn vierde ambtstermijn
Aftredingen en afzettingsprocedures
bewerken- Richard Nixon – trad in 1974 uit zichzelf af vanwege het Watergateschandaal, om daarmee een vrijwel zekere afzettingsprocedure te voorkomen.
Ingezette afzettingsprocedures:
- Andrew Johnson – werd in 1868 aangeklaagd door het Huis van Afgevaardigden; bij stemming in de Senaat met een verschil van één stem vrijgesproken.
- Bill Clinton – in 1998 passeerden twee aanklachten het Huis van Afgevaardigden (twee andere aanklachten haalden het niet); in beide gevallen werd hij vrijgesproken door de Senaat.
- Donald John Trump – in 2019 passeerden twee aanklachten het Huis van Afgevaardigden; in beide gevallen werd hij vrijgesproken door de Senaat.
- Donald John Trump – werd in 2021 aangeklaagd door het Huis van Afgevaardigden; bij stemming in de Senaat vrijgesproken.
Zonder meerderheid verkozen
bewerkenDe volgende vijf presidentskandidaten zijn president geworden zonder dat zij beschikten over een (absolute) meerderheid van de stemmen van de bevolking:
- John Quincy Adams – in 1824 kwam hij 44.804 stemmen tekort.
- Rutherford Hayes – in 1876 kwam hij 264.292 stemmen tekort.
- Benjamin Harrison – in 1888 kwam hij 95.713 stemmen tekort.
- George W. Bush – in 2000 had hij 543.895 stemmen minder dan zijn belangrijkste tegenstander Al Gore.
- Donald Trump – in 2016 had hij 2.864.974 stemmen minder dan zijn belangrijkste tegenstander Hillary Clinton.
Twee personen zijn president geworden zonder een meerderheid van stemmen van het electoraal college (de zogeheten kiesmannen); zij zijn door het Huis van Afgevaardigden gekozen:
- Thomas Jefferson – kreeg in 1800 evenveel kiesmannen achter zich als zijn eigenlijke vicepresidentskandidaat Aaron Burr.
- John Quincy Adams – kreeg in 1824 15 electorale stemmen minder dan Andrew Jackson.
Na een uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof president geworden:
- George W. Bush in 2000. Tijdens de verkiezingen van 2000 bleef de definitieve uitslag in de staat Florida lang onzeker. De uitslag in deze staat was van doorslaggevend belang: zowel Bush als zijn Democratische opponent Al Gore zouden bij winst in deze staat genoeg kiesmannen verzameld hebben om president te worden. Na de reguliere (machinale) stemming stond Bush licht voor. Het Hooggerechtshof van Florida stemde in met het verzoek van Democraten in een aantal (traditioneel Democratische) kiesdistricten de stemmen handmatig te hertellen. Op 12 december oordeelde het Federaal Hooggerechtshof echter dat dit onrechtmatig was, omdat de hertelling niet in de hele staat plaatsvond en Bush daarom geen gelijke behandeling had genoten. Na deze uitspraak werd de machinale telling alsnog de definitieve telling en werd Bush tot winnaar uitgeroepen.
Vicepresidenten die president werden
bewerkenNegen vicepresidenten werden zelf president omdat de zittende president werd afgezet, aftrad of overleed:
- John Tyler – volgde William Henry Harrison op na diens overlijden in 1841, maar werd zelf nooit gekozen tot president; hij trok zich voortijdig terug uit de verkiezingen van 1844.
- Millard Fillmore – volgde Zachary Taylor op na diens overlijden in 1850, maar werd zelf nooit gekozen tot president; hij was niet genomineerd als presidentskandidaat voor de Whig Party in de verkiezingen van 1852, en verloor in de verkiezingen van 1856 als kandidaat voor de American Party.
- Andrew Johnson – volgde Abraham Lincoln op na diens overlijden in 1865, maar werd zelf nooit gekozen tot president; hij was niet genomineerd als presidentskandidaat voor de Democratische Partij in de verkiezingen van 1868.
- Chester Arthur – volgde James Garfield op na diens overlijden in 1881, maar werd zelf nooit gekozen tot president; hij was niet genomineerd als presidentskandidaat voor de Republikeinse Partij in de verkiezingen van 1884.
- Theodore Roosevelt – volgde William McKinley op na diens overlijden in 1901, en won aansluitend de verkiezingen van 1904.
- Calvin Coolidge – volgde Warren Harding op na diens overlijden in 1923, en won aansluitend de verkiezingen van 1924.
- Harry S. Truman – volgde Franklin Delano Roosevelt op na diens overlijden in 1945, en won aansluitend de verkiezingen van 1948.
- Lyndon B. Johnson – volgde John F. Kennedy op na diens overlijden in 1963, en won aansluitend de verkiezingen van 1964.
- Gerald Ford – volgde Richard Nixon op na diens aftreden in 1974, maar werd zelf nooit gekozen tot president; hij verloor van Jimmy Carter in de verkiezingen van 1976. Het vicepresidentschap van Ford was evenmin het resultaat van reguliere verkiezingen; hij werd in 1973, na het aftreden van Spiro Agnew, op verzoek van Nixon door het Amerikaans Congres aangesteld.
Daarnaast werden nog zes vicepresidenten na verkiezingen president:
- John Adams – was vicepresident onder George Washington, en volgde hem op als president na de verkiezingen van 1796.
- Thomas Jefferson – was vicepresident onder John Adams, en volgde hem op als president na de verkiezingen van 1800.
- Martin Van Buren – was vicepresident onder Andrew Jackson, en volgde hem op als president na de verkiezingen van 1836.
- Richard Nixon – was vicepresident onder Dwight D. Eisenhower, maar verloor van John F. Kennedy in de verkiezingen van 1960. Acht jaar later versloeg Nixon zittend vicepresident Hubert Humphrey in de verkiezingen van 1968.
- George H.W. Bush – was vicepresident onder Ronald Reagan, en volgde hem op als president na de verkiezingen van 1988.
- Joe Biden – was vicepresident onder Barack Obama. Biden was aansluitend geen kandidaat in de verkiezingen van 2016, maar versloeg vier jaar later zittend president Donald Trump in de verkiezingen van 2020.