To His Coy Mistress

To His Coy Mistress

Had we but world enough, and time,
This coyness, Lady, were no crime
We would sit down and think which way
To walk and pass our long love's day.
Thou by the Indian Ganges' side
Shouldst rubies find: I by the tide
Of Humber would complain. I would
Love you ten years before the Flood,
And you should, if you please, refuse
Till the conversion of the Jews.
My vegetable love should grow
Vaster than empires, and more slow;
An hundred years should go to praise
Thine eyes and on thy forehead gaze;
Two hundred to adore each breast,
But thirty thousand to the rest;
An age at least to every part,
And the last age should show your heart.
For, Lady, you deserve this state,
Nor would I love at lower rate.

But at my back I always hear
Time's wingèd chariot hurrying near;
And yonder all before us lie
Deserts of vast eternity.
Thy beauty shall no more be found,
Nor, in thy marble vault, shall sound
My echoing song: then worms shall try
That long preserved virginity,
And your quaint honour turn to dust,
And into ashes all my lust:
The grave's a fine and private place,
But none, I think, do there embrace.

Now therefore, while the youthful hue
Sits on thy skin like morning dew,
And while thy willing soul transpires
At every pore with instant fires,
Now let us sport us while we may,
And now, like amorous birds of prey,
Rather at once our time devour
Than languish in his slow-chapt power.
Let us roll all our strength and all
Our sweetness up into one ball,
And tear our pleasures with rough strife
Thorough the iron gates of life:
Thus, though we cannot make our sun
Stand still, yet we will make him run.

To His Coy Mistress is een gedicht van de Engelse dichter en puriteins staatsman Andrew Marvell (1621 - 1678). Niet bekend is wanneer het gedicht geschreven is, en het werd ook niet gepubliceerd tijdens Marvells leven.

Dit liefdesgedicht, eigenlijk een verleidingsgedicht, behoort nog altijd tot de zeer populaire gedichten uit de Engelse literatuurgeschiedenis. De dichter probeert zijn verlegen, bedeesde ('coy') geliefde ertoe te bewegen op korte termijn met hem het bed te delen. Hij doet dit via een korte en zeer logisch klinkende argumentatie, met gebruikmaking van humor en ironie. Marvell wordt gerekend tot de 'groep' van Metaphysical poets, en hij past inderdaad de door hen gebezigde conceits toe in het gedicht.

Het gedicht is ingedeeld in drie delen, waarin de dichter op bondige wijze zijn redenering opbouwt: "Stel dat...", "Maar zo is het niet...", "En dus...".

Het gedicht opent met de beroemd geworden woorden "Had we but world enough and time", waarin wordt gesteld dat als men over het eeuwige leven zou beschikken, men ook alle tijd had om de liefde te doen opbloeien en geen haast hoefde te hebben om het ultieme doel te bereiken.

Het tweede deel toont echter de rauwe werkelijkheid: het leven is kort en als je er nu niet van geniet is het te laat. In het graf heb je niets meer aan je maagdelijkheid (The grave's a fine and private place, But none, I think, do there embrace.)

In het derde deel beoogt de dichter zijn doel zo snel mogelijk te bereiken: nu zijn we nog jong en moeten we van het leven genieten zo lang het nog kan.

In zijn latere gedicht The Garden komt de dichter op hetzelfde thema terug. Alles kan een juiste setting zijn voor geliefden, alles, behalve de tijd.

De Australische dichter en satirist A.D. Hope schreef een scherpzinnig en gevat 'antwoord' van de Coy Mistress aan de heer Marvell (zie externe links).

Structuur

bewerken

Het gedicht is geschreven in jambische tetrameter en in coupletten geschikte rijmen. Het eerste deel vanaf "Had we..." is 20 verzen lang, het tweede deel vanaf "But..." bestaat uit 12 verzen en het laatste derde deel vanaf "Now therefore..." uit 14 verzen.

Referenties in andere werken

bewerken
  • In de Ernest Hemingway klassieker A Farewell to Arms, reciteert Lt. Henry de lijnen "But at my back I always hear/Time's winged chariot hurrying near" in een scène van hoofdstuk 23 waarin hij en Catherine Barkley in een café zitten te eten
  • De uitdrukking "there will be time" verschijnt herhaaldelijk in het gedicht van T. S. Eliots "The Love Song of J. Alfred Prufrock"
  • Archibald MacLeish heeft een gedicht "You, Andrew Marvell" geschreven dat hierop duidt.
  • Ellery Queen gebruikte "A Fine and Private Place" als titel voor een van zijn romans
bewerken
  NODES