年
- jaar
- «彼は外国に長年住んでいた。»
- Hij heeft vele jaren in het buitenland gewoond.
- leeftijd
- «息子は年の割には小柄だ。»
- Mijn zoon is klein voor zijn leeftijd.
Kanji
|
Kana
|
Romaji
|
年
| とし |
toshi
|
- 年間 jaren
- 年齢 leeftijd
- 年代 periode
- 年中 het hele jaar door
- 年長 senioor
- 年々 jaar na jaar
- 都市 stad