Oudfrankisch

Nederlands

ISO 639-3
frk

Uitspraak

• Geluid:  Oudfrankisch    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɑutfrɑŋkis / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• Oud·fran·kisch

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Oudfrankisch	-	-
verkleinwoord	-	-	-

Eigennaam

het Oudfrankisch o

1. geen meervoud (taal) de uit de uitgestorven West-Germaanse taal der Franken uit de 4e tot de 8e eeuw

Vertalingen

    1. de uit de uitgestorven Westgermaanse taal der Franken uit de 4e tot de 8e eeuw   

Duits: Altfränkisch (de) o Engels: Frankish (en), Old Franconian (en)

Frans: vieux-francique (fr) m Spaans: fráncico (es) m

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Oudfrankisch	Oudfrankischer
verbogen	Oudfrankische	Oudfrankischere
partitief	Oudfrankisch	Oudfrankischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Oudfrankisch

1. betrekking hebbend op het Oudfrankisch

Gangbaarheid

• Het woord 'Oudfrankisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.