accijns
- ac·cijns
- via Middelnederlands assise van Oudfrans assise "rechtszitting, verordening, belasting", in het Vroegnnieuwnederlands gecontamineerd met cijns van Latijn census "belasting" en in die vorm met de betekenis van ‘verbruiksbelasting’ aangetroffen vanaf 1629 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accijns | accijnzen |
verkleinwoord | accijnsje | accijnsjes |
de accijns m
- (financieel) (economie) (juridisch) belasting die direct geheven wordt bij de aan- en verkoop van verbruiksgoederen
- De overheid wilde de accijns op sigaretten verhogen.
- Door verhoging van de accijns probeert de regering het gebruik van benzine te ontmoedigen.
1. belasting die direct geheven wordt bij de aan- en verkoop van verbruiksgoederen
- Het woord accijns staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "accijns" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ accijns op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "accijns" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be