neerzitten
- Geluid: neerzitten (hulp, bestand)
- neer·zit·ten
- samenstelling van neer en zitten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerzitten |
zat neer |
neergezeten |
klasse 5 | volledig |
neerzitten [1]
- onovergankelijk (formeel) gaan zitten
- onovergankelijk (formeel) gezeten zijn, zitten
- bij de pakken neerzitten
wanhopig zijn, geen uitweg meer zien en daarom maar niets meer doen
- • In Schalkhaar durfde de organisatie het paasvuur niet aan te steken vanwege de droogte. Daarom is een gigantisch openluchtscherm opgesteld met daarop een film van het paasvuur. ,,Het is een mooie stunt en laat zien dat wij niet bij de pakken gaan neerzitten.’’ [2]
- Het woord neerzitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neerzitten" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Marko Faas 22-04-19 Toch gezellig in Schalkhaar door paasvuur op enorm filmscherm
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be