Vlaamse gaai

Een Vlaamse gaai
(Garrulus glandarius)

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Vlaamse gaai    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌvlamsəˈɣaj / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• Vlaam·se gaai

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  Vlaamse  en gaai

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Vlaamse gaai	Vlaamse gaaien
verkleinwoord	Vlaams gaaitje	Vlaamse gaaitjes

Zelfstandig naamwoord

de Vlaamse gaai m

1. (zangvogels) bepaald soort kraaiachtige vogel, Garrulus glandarius 

Verwante begrippen

• kraai

Vertalingen

    1. bepaald soort kraaiachtige vogel, Garrulus glandarius   

Afrikaans: Vlaamse gaai (af) Albanees: grifsha (sq) Baskisch: eskinoso (eu) Bretons: kegin (br) Bulgaars: сойка (bg) Catalaans: gaig (ca) Deens: skovskade (da) Duits: Eichelhäher (de) m Engels: jay (en) Esperanto: garolo (eo) Estisch: pasknäär (et) Faeröers: gnelliskjóra (fo) Fins: närhi (fi) Frans: geai des chênes (fr) m Fries: houtekster (fy) Friulisch: gjaie, badascule Galicisch: gaio (gl), pega marza (gl) Grieks: κίσσα (el) Hongaars: szajkó (hu) Iers: scréachóg (ga) IJslands: skrækskaði (is) Italiaans: ghiandaia (it) v Kroatisch: šojka (hr) Ladino: gacia Latijn: Garrulus glandarius (la)

Lets: sīlis (lv) Litouws: kėkštas (lt) Macedonisch: соjка (mk) Maltees: sultan iċ-ċawl (mt) Noors: nøtteskrike (no) Occitaans: gag (oc) Oekraïens: сойка (uk) Oppersorbisch: škrěkawa (hsb) Pools: sójka (pl) Portugees: gaio (pt) Reto-Romaans: sgragia (roh) Roemeens: gaiţa (ro) Russisch: сойка (ru) Sami: látteguovssat Sardisch: piga (sc), pica (sc), marabiga (sc), mariabiga (sc), melapica (sc) Schots-Gaelisch: sgreuchag (gd) v, sgreuchan-coille (gd) m Servisch: креjа (sr), шоjка (sr) Sloveens: šoja (sl) Slowaaks: sojka škriekavá (sk) Spaans: arrendajo (es) m, gayo (es) m Tsjechisch: sojka (cs) Turks: alakarga (tr) Welsh: sgrech y coed (cy) Wit-Russisch: сойка (be) Zweeds: nötskrika (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'Vlaamse gaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.