• ach·ter·een·vol·gend
stellend
onverbogen achtereenvolgend
verbogen achtereenvolgende
partitief achtereenvolgends

achtereenvolgend

  1. op deze wijze na elkaar
    • De achtereenvolgende keizers van deze dynastie wisten het rijk weer wat te verstevigen. 
    • Tijdens de vierdaagse wordt er op vier achtereenvolgende dagen een lange afstand gewandeld. 
  NODES
Done 1