afleiding
- af·lei·ding
- Naamwoord van handeling van afleiden met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afleiding | afleidingen |
verkleinwoord | afleidinkje | afleidinkjes |
de afleiding v
- een gebeurtenis of activiteit die de gedachten op iets anders richt
- (taalkunde) een woord dat middels toevoeging van een voor-, in- of achtervoegsel gevormd wordt uit een ander
- Dertiger jaren schreef ik, met dertiger als een bijvoeglijk naamwoord, een afleiding op -er van een telwoord, die vaak werd gezien als een voorbeeld van zo'n germanisme, ontleend aan het Duits dreiziger (een zelfstandig naamwoord als tachtiger zou wel correct Nederlands zijn). [4]
- (wiskunde) een serie logisch uit elkaar volgende uitdrukkingen die laten zien hoe een bepaalde formule volgt uit definities en axioma's
- Als de afleiding correct is, is de afleiding een bewijs.
- [2]: samenstelling
1. een gebeurtenis of activiteit die de gedachten op iets anders richt
2. een woord dat middels toevoeging van een voor-, in- of achtervoegsel gevormd wordt uit een ander
3. een serie logisch uit elkaar volgende uitdrukkingen die laten zien hoe een bepaalde formule volgt uit definities en axioma's
- Het woord afleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afleiding" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ afleiding op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Santen, A. van"1978. S. Theissen: Germanismen in het Nederlands" in: Internationale Neerlandistiek. jrg. 50 nr. 1 (februari 2012) Amsterdam University Press, Amsterdam; ISBN 978 90 8964 432 9: p. 52; geraadpleegd 2019-03-20
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be