afval

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afval    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɑfɑl / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• af·val

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van afvallen

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afval	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het afval o

1. onbruikbare resten die weggegooid worden

   • Morgen komen ze het afval ophalen. 

   ▸ Doordat ik vaak dagenlang geen afvalbak tegenkwam, droeg ik altijd een zak vol gebruikte wc-papiertjes bij me. Het was altijd weer een enorme opluchting om in een dorpje mijn wc-papier en ander afval weg te kunnen gooien.

Verwante begrippen

• prullaria, puin, rommel, rotzooi, vuil
• veegsel, vuilnis, vullis

Hyponiemen

   

asbestafval atoomafval bedrijfsafval bioafval bouwafval computerafval drugsafval e-afval ertsafval fruitafval geloofsafval gft-afval glasafval grasafval groenafval groenteafval hightechafval houtafval huisafval kernafval kernsplijtingsafval keukenafval kunststofafval papierafval plasticafval productieafval pvc-afval reisafval restafval ruimteafval scheepsafval slachtafval sloopafval snijafval snoeiafval textielafval tuinafval veegafval verpakkingsafval visafval vleesafval xtc-afval ziekenhuisafval zinkafval zwerfafval

Afgeleide begrippen

   

afval-DNA afvalarm afvalbaas afvalbak afvalbaron afvalbedrijf afvalbeheer afvalbeleid afvalberg afvalberging afvalborg afvalbranche afvalbrand afvalbrengstation afvalbuis afvalbutler afvalcocon afvalcontainer afvalcrisis afvaldepot afvaldiesel afvaleiland afvalemmer afvalenergiecentrale afvaleter afvalfase afvalfirma afvalgas afvalhandel afvalhandelaar afvalheffing afvalhoop afvalhout afvalintercommunale afvalinzameling afvalkalender afvalkip afvalkuil afvallozing afvalmaffia afvalmand afvalmarkt afvalmateriaal afvalolie afvalophaling afvaloven afvaloverlegorgaan afvalpreventie afvalprobleem afvalproblematiek afvalproduct afvalproductie afvalput afvalrace afvalresten afvalscheiden afvalscheiding afvalscheidsrechter afvalschip afvalsector afvalslang afvalstadium afvalstof afvalstort afvalstortplaats afvalstroom afvalsysteem afvaltaks afvaltoerisme afvaltoerist afvalton afvaltransport afvaltransporteur afvaltrein afvaltrog afvalverbrander afvalverbranding afvalverbrandingsinstallatie afvalverwerkend afvalverwerker afvalverwerking afvalverwerkingsbedrijf afvalverwijdering afvalverzamelpunt afvalvlieg afvalvliegen afvalvlucht afvalwarmte afvalwater afvalwaterzuivering afvalwedstrijd afvalzak energie-uit-afvalcentrale

Vertalingen

    1. onbruikbare resten die weggegooid worden   

Engels: waste (en), garbage (en) Ido: eskombro (io) Indonesisch: sampah (id)

Noors: avfall (no) Pools: odpad(y) (pl), śmieci (pl) Spaans: basura (es) v, desecho (es) m mv, desperdicios (es) m mv, detrito (es) m, escombros (es) m mv

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afval	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de afval m

1. het afvallen, verlating van een persoon of overtuiging waaraan men eerder was toegewijd

   ▸ De grondtoon van het boek getuigt van een cultuurpessimisme, dat vooral tot uiting komt in wantrouwen jegens een volledig geseculariseerde samenleving. De afval van God lijkt vanuit een gelovig gezichtspunt betekenis te hebben, maar dat is volgens hem een vergissing.

Verwante begrippen

• ontrouw, trouwbreuk

Werkwoord

vervoeging van
afvallen

afval

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvallen
   

   • ... dat ik afval. 

Gangbaarheid

• Het woord afval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afval" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

afval; slachtafval, orgaanvlees