anjer
- an·jer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anjer | anjers |
verkleinwoord | anjertje | anjertjes |
- (plantkunde) Dianthus , een geslacht van bloemplanten uit de anjerfamilie
- ▸ Toen hij en Michonis vertrokken waren, ging ik naar de kachel en vond er een anjer in.[3]
- (plantkunde) een plant uit het geslacht Dianthus
- (plantkunde) de bloem van een plant uit het geslacht Dianthus
- alpenanjer, bosanjer, Chinese anjer, duizendschoon, grasanjer, kartuizer anjer, prachtanjer, rotsanjer, ruige anjer, steenanjer, tuinanjer
- anjerfamilie
- Afrikaanse anjerbladroller, anjelier, anjerappel, anjerblad, anjerbladroller, anjergeur, anjerkrans, anjermot, anjerperk, Anjerrevolutie, anjersoort, anjersteen, anjervlieg
1.
- Het woord anjer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anjer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "anjer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ anjer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Victoria Holt“Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be