baldakijn
- bal·da·kijn
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘troonhemel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baldakijn | baldakijnen, baldakijns |
verkleinwoord | baldakijntje | baldakijntjes |
de baldakijn m
- stoffen overdekking als ornament, meestal boven een troon, altaar of hemelbed
- ▸ De achterkamer werd gedomineerd door een monsterlijk, ondateerbaar hemelbed met vier vergulde zuilen in Egyptische stijl waarop een baldakijn rustte van donkerrood fluweel, met geborduurde sterren van gouddraad. Wie zou in staat zijn te bevroeden hoeveel zuchten en gefluisterde geheimen er onder die sterrenstof waren blijven hangen?[2]
1. stoffen overdekking als ornament, meestal boven een troon, altaar of hemelbed
- Het woord baldakijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baldakijn" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "baldakijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be