barometer
- ba·ro·me·ter
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toestel dat luchtdruk meet’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- afgeleid van meter met het voorvoegsel baro- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | barometer | barometers |
verkleinwoord | barometertje | barometertjes |
de barometer m
- (natuurkunde), (meteorologie) een instrument dat de luchtdruk meet, weerglas
- De barometer is een uitvinding van Torricelli.
- instrument of getal dat de stemming aangeeft
- De beursbarometer geeft aan hoe de stemming op de beurs is.
- aneroïdebarometer, bakbarometer, beursbarometer, chari-barometer, conjunctuurbarometer, druktebarometer, eurobarometer, holostericbarometer, kwikbarometer, thermobarometer
1. een instrument dat de luchtdruk meet
- Het woord barometer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "barometer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "barometer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ barometer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be