• be·a·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord beaming beamingen
verkleinwoord

de beamingv

  1. uiting die aangeeft dat je het ergens mee eens bent
    • „Die cultuur wordt gekarakteriseerd door een beaming van het leven, omdat het anders niet uit te houden zou zijn. [2] 
    • Torfs: 'Ik vind het zelfs een beaming van wat het leven is. De keuzes die mensen maken in het leven zijn meestal ook mossel noch vis. Zij maken ook compromissen.' [3] 
87 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Michel Krielaars 26 augustus 2016 ‘Ik schrijf geen boeken, ik praat boeken’
  3. De Standaard 30/04/2011 door bdd, Wim Winckelmans, Isabel Albers Nieuwe CD&V-ideologie is klaar
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES
see 1