bestelen
- be·ste·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bestelen |
bestal |
bestolen |
klasse 4 | volledig |
bestelen
- overgankelijk iemand ~: iemand iets wederrechtelijk ontnemen
- Zij overvielen en bestalen mij.
- Het woord bestelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bestelen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be