• bui·ten·ge·woon
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen buitengewoon buitengewoner buitengewoonst
verbogen buitengewone buitengewonere buitengewoonste
partitief buitengewoons buitengewoners -

buitengewoon

  1. van het normale afwijkend
    • Dit was echt een buitengewone actie. 
     Ze had buitengewoon verlof gekregen van haar werk en de logeerkamer diende nu als tijdelijk onderkomen.[1]
  2. in hoge mate
    • Er was buitengewone interesse voor. 
     De moderne wereld heeft ons een reeks buitengewone voordelen en geneugten gebracht, waaronder technologie, medicijnen en entertainment.[2]

Buitengewoon gek.

buitengewoon

  • heel, erg, bijzonder
    • Anders dan vaak wordt geconcludeerd is deze gestegen implied volatility niet automatisch een voorbode van een Brexit. De indicator geeft alleen aan dat het buitengewoon duur wordt om je in te dekken tegen een plotselinge koersbeweging van het pond. [3] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2
  2. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2033), Atlas Contact  , ISBN 9789045045979
  3. Maarten Schinkel NRC 9 juni 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES