case
- case
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | case | cases |
verkleinwoord | - | - |
de case m
- afzonderlijke situatie in de werkelijkheid die nauwkeuriger wordt bekeken
- Er zijn verschillende figuren in de geschiedenis van de neerlandistiek geweest die zowel een rol in het academische als in het niet-academische veld vervulden. Een mooie eerste case vormt de zojuist genoemde criticus en dichter Albert Verwey, die in 1925 tot hoogleraar Nederlandse letterkunde in Leiden werd benoemd. [2]
naar de vorm: ook ontleend aan het Engels, in een vergelijkbare betekenis:
- businesscase, casemanagement, casemanager, casestudy, casetuning, casework, cold case, showcase, testcase, worst case
naar de vorm: ook ontleend aan het Engels, in een andere betekenis:
- Het woord case staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "case" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ case op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Winkler, M."Interpretatie en/of patroon? Over 'Het einde van de geesteswetenschappen 1.0' en het onderscheid tussen kritiek en wetenschap" in: Vooys. jrg. 31 nr. 1 (maart 2013) Stichting Tijdschrift Vooys, Utrecht; p. 36; geraadpleegd 2018-10-18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
case | cases |
case
case
vervoeging van |
---|
casar |
case
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
vervoeging van |
---|
casarse |
case