drogara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogar
drogara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogarse