Ein elv.
Een rivier.


  • elv
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord elfr
Naar frequentie 5686
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   elv     elven     elve     elvene  
genitief   elvs     elvens     elves     elvenes  

elv, g

  1. (geologie) rivier
    «Glomma er Norges lengste elv
    De Glomma is de langste rivier in Noorwegen.
  • brusende elv
een bruisende rivier


  • elv

elv

  1. principe


  • elv
  • Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoorse woord elfr
  • Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoorse woord alfr.
m/v
[A]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   elv     m: elven
v: elva  
  elver     elvene  
genitief   elvs     m: elvens
v: elvas  
  elvers     elvenes  

[A] elv m / v

  1. (geologie) rivier
    «Glomma er Norges lengste elv
    De Glomma is de langste rivier in Noorwegen.
  2. (figuurlijk) stroom (b.v. bloedstroom)
  • [1]: Elva gikk over sine bredder.
De rivier brak door haar eigen oeverwallen.
  • [1]: elver og bekker
rivieren en beken
  • [1]: krysse elva
de rivier oversteken
  • [1]: padle nedover elva
de rivier stroomafwaarts paddelen
m
[B]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   elv     elven     elver     elvene  
genitief   elvs     elvens     elvers     elvenes  

[B] elv m

  1. (mythologie) elf


  • elv
  • Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoorse woord elfr
  • Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoorse woord alfr.
v
[A]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   elv     elva     elvar     elvane  

[A] elv v

  1. (geologie) rivier
  • [1]: elvar og bekker
rivieren en beken
  • [1]: falle i elva
rivieren en beken
m
[B]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   elv     elven     elvar
elver  
  elvane
elvene  

[B] elv m

  1. (mythologie) elf
  NODES