• et·no·gra·fie
  • In de betekenis van ‘beschrijvende volkenkunde’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • met het voorvoegsel etno- met het achtervoegsel -grafie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord etnografie etnografieën
verkleinwoord - -

de etnografiev

  1. beschrijvende volkenkunde
87 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]


  • IPA: /ɛtnɔgrafɪjɛ/
  • et·no·gra·fie

etnografie v

  1. etnografie; beschrijvende volkenkunde
  NODES
INTERN 1