find
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to find |
he/she/it | finds |
verleden tijd | found |
voltooid deelwoord |
found |
onvoltooid deelwoord |
finding |
gebiedende wijs | find |
find
- overgankelijk aantreffen, vinden
- overgankelijk ontdekken
- overgankelijk, onovergankelijk, (juridisch) oordelen
- overgankelijk, (financieel) bekostigen, de kosten op zich nemen van, opdraaien [3] voor