• for·mu·lier
  • In de betekenis van ‘in te vullen papier’ voor het eerst aangetroffen in 1624 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord formulier formulieren
verkleinwoord formuliertje formuliertjes

het formuliero

  1. een stuk papier waarop voorgedrukte vragen kunnen worden beantwoord
    • U dient beide zijden van het formulier in te vullen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  NODES