gevoelloos
- Geluid: gevoelloos (hulp, bestand)
- ge·voel·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gevoelloos | gevoellozer | gevoelloost |
verbogen | gevoelloze | gevoellozere | gevoellooste |
partitief | gevoelloos | gevoellozers | - |
gevoelloos
- (medisch) zonder gevoel
- Hij had last van dode, gevoelloze vingers.
- (psychologie) zonder emotie of empathie
- Mannen zijn vaak een stuk gevoellozer dan al die overgevoelige vrouwen.
- [1] pijnloos
- [2] emotieloos, ongevoelig, zielloos
- Het woord gevoelloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevoelloos" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be