• her·me·lijn
enkelvoud meervoud
naamwoord hermelijn hermelijnen
verkleinwoord hermelijntje hermelijntjes

de hermelijnm

  1. m (roofdieren) bepaald klein wezelachtig zoogdier, Mustela erminea  

het hermelijno

  1. pels van de hermelijn, Mustela erminea  
  2. (heraldiek) wit met gestileerde weergave van zwarte staartjes (andere kleurencombinaties kunnen soms ook voorkomen)
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]
  NODES