hoogtepunt
- Geluid: hoogtepunt (hulp, bestand)
- hoog·te·punt
- samenstelling van hoogte en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogtepunt | hoogtepunten |
verkleinwoord | hoogtepuntje | hoogtepuntjes |
het hoogtepunt o
- bijzonder belangrijk of goed ogenblik
- ▸ Toch zijn wij er bijzonder aan gehecht, omdat het hier ter plekke naar het leven is geschilderd, toen de vioolvirtuoos op het hoogtepunt van zijn roem in dit hotel verbleef op doorreis naar bijval en furore aan de grote vorstenhoven van Europa.[1]
- ▸ Ik was verheugd de CAMP Corsa Nanotech IJsbijl (205 gram) te zien, en de Kahtoola microspikes voor onder mijn schoenen in de sneeuw. Verder zaten er handschoenen, een lange wollen onderbroek, een sneeuwbril en een hele lading pillen in. Maar het hoogtepunt van de dag was mijn nieuwe paar schoenen.[2]
- (meetkunde) het snijpunt van de hoogtelijnen van een driehoek
- orgasme
1. bijzonder belangrijk of goed ogenblik
2. snijpunt van de hoogtelijnen van een driehoek
- Het woord hoogtepunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoogtepunt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be