huiven
- hui·ven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
huiven |
huifde |
gehuifd |
zwak -d | volledig |
huiven
- overgankelijk (valkerij) een valk een huif opzetten
- Om een valk rustig te houden moet hij gehuifd worden.
1.
de huiven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord huif
- Het woord huiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huiven" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be