ineenflansen
- in·een·flan·sen
- samenstelling van ineen bw en flansen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ineenflansen |
flanste ineen |
ineengeflanst |
zwak -t | volledig |
ineenflansen
- overgankelijk snel en onzorgvuldig in elkaar zetten
- Ze hadden dat maar door nood gedreven ineengeflanst, maar het bleek wel afdoende.
- Het woord ineenflansen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.