• in·ter·ven·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenkomst van buitenaf’ voor het eerst aangetroffen in 1592 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord interventie interventies
verkleinwoord

de interventiev

  1. tussenkomst
    • In de eerste plaats is het bedoeld om professionals die met multiprobleemgroepen werken, gereedschappen te geven waarmee zij kritisch kunnen nadenken over hun interventies, over de dilemma's die ze daarin tegenkomen en over de wisselwerking tussen hun handelingen en die van hun doelgroep. [3] 
  2. (medisch) ingreep
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  NODES