judogi

Een blauwe judogi met een witte band.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  judogi    (hulp, bestand)
• IPA: / jyˈdoɣi / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ju·do·gi

Woordherkomst en -opbouw

• van Japans 柔道着 (jūdōki), in de betekenis "judopak" aangetroffen vanaf 1936 (zie vindplaats hieronder)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	judogi	judogi's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de judogi v / m

1. (sport) (kleding) pak bestaande uit een ruime broek, wijd openvallend jasje en band van stevige stof die traditioneel bij het beoefenen van judo worden gedragen

   ▸ De Kok (25) Is niet zo’n topsporter, die 2,5 jaar lang mijmerend heeft rondgelopen, snakkend naar de judogi, het judopak.

   ▸ Voor de beoefening van het jiudo heeft men een oefenlokaal en een soort kimono noodig. Het lokaal wordt dojo en de kimono, judogi genoemd.

Gangbaarheid

• Het woord judogi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordherkomst en -opbouw

• van Japans 柔道着 (jūdōki)

enkelvoud	meervoud
judogi	judogis

Zelfstandig naamwoord

judogi

1. (sport) judogi