leugenaarster
- leu·ge·naar·ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leugenaarster | leugenaarsters |
verkleinwoord | leugenaarstertje | leugenaarstertjes |
de leugenaarster v
- vrouw die bewust onwaarheden vertelt
- ▸ Nu hij een leugenaarster en een goedkope tragédienne in haar zag, werd zij nog weerlozer - en dus aantrekkelijker - voor hem dan wanneer zij in een reëel gehavende staat bij hem was gekomen.[2]
- ▸ Het meisje was volgens de rechter hartstochtelijk supporter van Sunderland en Johnson was haar idool. Omdat Johnson, die eerder onder contract stond bij Manchester City en Middlesbrough, de beschuldigingen aanvankelijk ontkende, werd het meisje voor leugenaarster uitgemaakt.[3]
- Het woord leugenaarster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Adam Johnson zes jaar cel in na seks met minderjarige” (11-01-2017), Tubantia