list
- list
- In de betekenis van ‘slimheid’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
- list werd al in de 13e eeuw gebruikt in de betekenis van van kennis, handigheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | list | listen |
verkleinwoord | listje | listjes |
de list v
- een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast, in ongunstige zin: slim bedrog
- Het houten paard was een list om Troje binnen te komen.
- (verouderd) het vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken
- [1]: slimmigheid, ongunstig: misleiding
- [2]: slimheid, ongunstig: sluwheid
- Verzin toch eens een list! (Marten Toonder) - als een moeilijke situatie om een ingenieuze oplossing vraagt, vaak aangehaald in de vorm: "Tom Poes, verzin een list!"
- De firma List & Bedrog (aanduiding van een onbetrouwbaar bedrijf)
1. een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast
2. vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken
- Het woord list staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "list" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "list" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
list | lists |
list
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to list |
he/she/it | lists |
verleden tijd | listed |
voltooid deelwoord |
listed |
onvoltooid deelwoord |
listing |
gebiedende wijs | list |
list
- een lijst [1] maken
- (scheepvaart) slagzij maken
- (verouderd) aanstaan, behagen, goeddunken
- list
- [1-6]: Afkomstig van het Oudnoordse woord lista zn
- [7-8]: Afkomstig van het Oudnoordse woord list zn 'slimheid, vaardigheid, inzicht'; huidige betekenis beïnvloed door het Middelnederduitse woord list zn
Naar frequentie | 20888 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | list | m: listen v: lista |
lister | listene |
genitief | lists | m: listens v: listas |
listers | listenes |
list
- lijst (een relatief smal, dun stuk hout, metaal, rubber en dergelijke)
- (bouwkunde) lat (een vooruitspringende rand aan een gebouw)
- regel (een houten lat of rib van een bepaalde afmeting)
- sierlijst
- (sport) (bij het hoogspringen en polsstokspringen): lat
- (figuurlijk) lat, meetlat
- list
- een sluw, ondeugend gedrag; een slim bedacht plan of slimme bedachte vindingrijkheid (vooral als middel om iemand om de tuin te leiden); kneep; kwajongensstreek
- [7]: listighet zn
- [7]: lurhet zn
- [7]: snedighet zn
- [8]: klokskap zn
- [8]: kløkt zn
- [8]: kunst zn
- [8]: lureri zn
- [2]: feielist zn
- [2]: gulvlist zn
- [2]: pyntelist zn
- [2]: taklist zn
- [2]: tetningslist zn
- [2]: vinduslist zn
- [7]: kvinnelist zn
- [7]: Manns list er vel behende, men kvinnelist er uten ende.
Deze mannenlijst is handig, maar de vrouwenlijst is eindeloos.
- [6]: legge listen høyt
hoge eisen stellen
- [6]: legge listen for høyt
te hoge eisen stellen
- [6]: legge listen lavt
geringe eisen stellen
- [6]: legge listen for lavt
te geringe eisen stellen
- [8]: bruke list
een list gebruiken
- [8]: med list
met list
- [8]: med list en lempe
voorzichtig en bedachtzaam, met voorzichtigheid, met bedachtzame aanpak (letterlijk: met list en voorzichtigheid)
- list
- [1-6]: Afkomstig van het Oudnoordse woord lista zn
- [7-8]: Afkomstig van het Oudnoordse woord list zn 'slimheid, vaardigheid, inzicht'; huidige betekenis beïnvloed door het Middelnederduitse woord list zn
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | list | lista | lister | listene |
list
- lijst (een relatief smal, dun stuk hout, metaal, rubber en dergelijke)
- (bouwkunde) lat (een vooruitspringende rand aan een gebouw)
- regel (een houten lat of rib van een bepaalde afmeting)
- sierlijst
- (sport) (bij het hoogspringen en polsstokspringen): lat
- (figuurlijk) lat, meetlat
- list
- een sluw, ondeugend gedrag; een slim bedacht plan of slimme bedachte vindingrijkheid (vooral als middel om iemand om de tuin te leiden); kneep; kwajongensstreek
- [7]: listighet zn
- [7]: lurhet zn
- [7]: snedighet zn
- [8]: knep zn
- [8]: lureri zn
- [8]: klokskap zn
- [8]: kløkt zn
- [8]: kunst zn
- [8]: lureri zn
- [7]: Manns list er vel behende, men kvinnelist er uten ende.
Deze mannenlijst is handig, maar de vrouwenlijst is eindeloos.
- [8]: bruke list
een list gebruiken
- [8]: med list en lempe
voorzichtig en bedachtzaam, met voorzichtigheid, met bedachtzame aanpak (letterlijk: met list en voorzichtigheid)
list m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | list | listy |
genitief | listu | listów |
datief | listowi | listom |
accusatief | list | listy |
instrumentalis | listem | listami |
locatief | liście | listach |
vocatief | liście | listy |