• mø·der

møder

  1. tegenwoordige tijd van møde

møder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van møde


  • mø·der
Naar frequentie 7501

møder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van møde


  • mø·der

møder

  1. tegenwoordige tijd van møda

møder

  1. tegenwoordige tijd van møde

møder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van møde
  NODES