• mailt
vervoeging van
mailen

mailt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mailen
    • Jij mailt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mailen
    • Hij mailt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mailen
    • Mailt! 
  NODES