manga
- man·ga
- Leenwoord uit het Japans, in de betekenis van ‘gewelddadig stripverhaal’ voor het eerst aangetroffen in 1986 [1]
- Het Japanse woord 漫画 (manga), 漫 (man-) "onbedwongen, willekeurig" + 画 (-ga) "afbeelding". Naar het boek van Katsushika Hokusai uit 1814.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | manga | manga's |
verkleinwoord | mangaatje | mangaatjes |
de manga m
- een Japans stripboek, ongeacht de stijl.
- een artistieke stijl die veel gebruik word in en daardoor geassocieerd word met Japanse strips.
- een strip in de artistieke stijl die toegeschreven word aan manga, ongeacht het land van oorsprong.
- mango, een vrucht met geel vruchtvlees en een grote pit.[2]
1. Een Japans stripboek
- Het woord manga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "manga" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
manga
enkelvoud | meervoud |
---|---|
manga | mangas |
manga v
- man·ga
enkelvoud | meervoud |
---|---|
manga | mangas |
manga v
- manga in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española