middenvelder
- mid·den·vel·der
- afgeleid van middenveld met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | middenvelder | middenvelders |
verkleinwoord | middenveldertje | middenveldertjes |
de middenvelder m
- iemand die speelt tussen de voorhoede en de achterhoede
- Johan Cruijff speelde vaak als middenvelder.
- ▸ De middenvelder had al een lichte dijbeenblessure en hij zou eerst niet van start gaan in de bekerstrijd tegen Roma.[1]
- Het woord middenvelder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "middenvelder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Blessure Sneijder, bekerwinst Inter” (Woensdag 5 mei 2010, 23:06), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be