minuut
- mi·nuut
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘60e deel van uur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1494 [1]
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘eerste beknopt schriftelijk ontwerp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1470 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minuut | minuten |
verkleinwoord | minuutje | minuutjes |
- (tijdrekening), (eenheid) eenheid van tijd
- eenheid voor hoeken
- Een minuut is het 1/60ste deel van een graad.
- (juridisch) een oorspronkelijk document
- [2] boogminuut
- [1] seconde
eenheden van tijd in het Nederlands (nld) |
---|
yoctoseconde • zeptoseconde • attoseconde • femtoseconde • picoseconde • nanoseconde • microseconde • milliseconde • centiseconde • deciseconde • seconde • decaseconde • hectoseconde • kiloseconde • megaseconde • gigaseconde • teraseconde • petaseconde • exaseconde • zettaseconde • yottaseconde |
seconde • minuut • kwartier • uur • dag / etmaal / nychthemeron • week • decade • maand / maanmaand • kwartaal / trimester / jaargetijde / seizoen • tertaal • semester • jaar / annum • lustrum • decennium • generatie • eeuw / hectoannum • millennium / kiloannum • mega-annum • giga-annum |
1. tijdeenheid
2. hoek
- Het woord minuut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "minuut" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "minuut" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ minuut op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /miˈnyʦ/
minuut o
- (Duitsland) Menutt