[3] Netbal
  • net·bal
enkelvoud meervoud
naamwoord netbal netballen
verkleinwoord netballetje netballetjes

de netbalm

  1. bal die bij volleyballen of tennissen tegen de bovenrand van het net wordt geslagen en daarna toch over het net gaat
    • Op 2-3 ging het mis bij Bertens. Eerst door een gelukkige netbal van de Tsjechische, daarna op breakpunt tegen met een jammerlijke dubbele fout: 2-4. Maar Bertens rechtte haar rug en brak direct terug. [2] 
  2. een opslag bij tennis die de netband raakt; de speler mag dan de service overdoen
    • Venus Williams sloeg gisteren drie letservices op rij, tot hilariteit van het publiek. Maar waarom moet de service opnieuw als die de netband raakt (en toevallig in valt), en heb je gewoon pech of geluk als het in de rally gebeurt? Het volleybal schafte de netservice gewoon af. Nog zoiets: spelers die zich excuseren bij een netbal die hen een punt oplevert. Tuurlijk, zo hoort het. Maar je kunt ook zeggen: mooi, scherp gespeeld. Want wie zegt er sorry voor een bal op de lijn? [3] 
    • Toen Babos matig serveerde in de tiende game werd het eerste setpoint nog niet benut door een ongelukkige netbal. Maar bij de tweede gelegenheid was het raak doordat Bertens het initiatief durfde te nemen: 6-4. [4] 
  3. sport die veel lijkt op korfbal en basketbal
    • De boerkini is geen product uit de oude Arabische traditie, maar werd in 2003 ontwikkeld door een Australische ontwerpster van Libanese afkomst, Aheda Zanetti. De vrouw kwam op het idee om sportkleding voor moslima’s te ontwikkelen nadat ze haar nicht gesluierd netbal had zien spelen. [5] 
87 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]
  NODES