oktober

oktober
Très Riches Heures du duc de Berry

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oktober    (hulp, bestand)
• IPA: / ɔkˈtobər / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ok·to·ber

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tiende maand’ voor het eerst aangetroffen in 1279
• Van het Latijnse mensis October (de achtste maand). Het Romeinse jaar begon oorspronkelijk met de maand maart, waardoor oktober dus de achtste maand was.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oktober	oktobers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de oktober m

1. (tijdrekening) de tiende maand van het jaar

   • De sterrenbeelden voor oktober zijn Weegschaal en Schorpioen. 

Schrijfwijzen

• okt.

Synoniemen

• wijnmaand

Verwante begrippen

Maanden in het Nederlands
januari	februari	maart	april	mei	juni	juli	augustus	september	oktober	november	december

Vertalingen

    1. de tiende maand van het jaar   

Abchazisch: жьҭаара (ab) Afrikaans: Oktober (af) Albanees: tetori (sq) Arabisch: أكتوبر (ar) m Aragonees: otubre (an) m Armeens: հոկտեմբեր (hy) Asturisch: ochobre (ast) m Azeri: oktyabr (az) Baskisch: urri (eu) Bosnisch: oktobar (bs) m Bretons: Here (br) m Bulgaars: октомври (bg) m Catalaans: octubre (ca) m Cherokee: ᏚᏂᏅᏗ (chr) Chinees: 十月 (zh) Deens: oktober (da) g Duits: Oktober (de) m Engels: October (en) Esperanto: oktobro (eo) Estisch: oktoober (et) Faeröers: oktober (fo) Filipijns: Oktubre Fins: lokakuu (fi) Frans: octobre (fr) m Fries: oktober (fy) g Galicisch: outubro (gl) m Georgisch: ოქტომბერი (ka) Grieks: Οκτώβριος (el) m Hawaïaans: ʻOkakopa Hebreeuws: אוקטובר (he) Hindi: अक्तूबर (hi) Hongaars: október (hu) Ido: oktobro (io) Iers: Deireadh Fómhair (ga) m IJslands: október (is) Indonesisch: Oktober (id) Interlingua: octobre (ia) Italiaans: ottobre (it) m Japans: 10月 (ja) Kabylisch: tuber Kannada: ಅಕ್ಟೋಬರ್ (kn) Kasjoebisch: rujan (csb) m Khmer: តុលា (km) Kituba: okotoba Koreaans: 시월 (ko) Krim-Tataars: oktâbr Kroatisch: listopad (hr) m Laotiaans: ຕຸລາ (lo) Latijn: October (la) m Lets: oktobris (lv) Lezgi: баскӀум Limburgs: óktoeaber (li) m

Litouws: spalis (lt) m Luxemburgs: Oktober (lb) m Macedonisch: октомври (mk) m Mainfrankisch: windumemanoth (vmf) Maleis: Oktober (ms) Mantsjoe: juwan biya Maori: oketopa (mi) Navajo: Ghąąjįʼ Nedersaksisch: oktober (nds) Nedersorbisch: Romaans: oktober (dsb) Slavisch: winski (dsb), winowc (dsb) Noors: oktober (no) m Nynorsk: oktober (nn) m Occitaans: octobre (oc) m Oekraïens: жовтень (uk) m Ojibwe: binaakwe-giizis Oppersorbisch: oktober (hsb) Oudhoogduits: gilbhart m Papiaments: oktober Perzisch: اکتبر (fa) Pontisch: Τρυγομηνάς (pnt) m Pools: październik (pl) m Portugees: Outubro (pt) m (Portugees), outubro (pt) m (Braziliaans-Portugees) Roemeens: octombrie (ro) m Russisch: октябрь (ru) m Samoaans: Oketopa (sm) Servisch: Cyrillisch: октобар (sr) m Latijns: oktobar (sr) m Servo-Kroatisch: oktobar (sh) m Siciliaans: uttùviru (scn) m Slowaaks: október (sk) m Somalisch: oktoobar (so) Spaans: octubre (es) m Swahili: Oktoba (sw) Tachelhit: ktuber Tagalog: Oktubre (tl) Tataars: Cyrillisch: октябрь (tt) Latijns: öktäber (tt) Thai: ตุลาคม (th) Tigrinya: ጥቅምቲ (ti) Tsjechisch: říjen (cs) monbezield Tsjetsjeens: баскӀум Tsjoevasjisch: юпа Turks: ekim (tr) Vietnamees: tháng mười (vi) Waals: octôbe (wa) Welsh: Hydref (cy) m Zeeuws: oktober (zea) Zweeds: oktober (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord oktober staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oktober" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Deens

Zelfstandig naamwoord

oktober g

1. oktober

Maanden in het Deens
januar januari	februar februari	marts maart	april april	maj mei	juni juni	juli juli	august augustus	september september	oktober oktober	november november	december december

Verwijzingen

• oktober in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Faeröers

Zelfstandig naamwoord

oktober

1. oktober

Maanden in het Faeröers
januar januari	februar februari	mars maart	apríl april	mai mei	juni juni	juli juli	august augustus	september september	oktober oktober	november november	desember december

Fries

Zelfstandig naamwoord

oktober g

1. oktober

Maanden in het Fries
jannewaris, jannewaarje januari	febrewaris, febrewaarje februari	maart, meart maart	april april	maaie mei	juny juni	july juli	augustus augustus	septimber september	oktober oktober	novimber november	desimber december

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

oktober

1. oktober

Synoniemen

• rozenkransmaond
• wienmaond

Nedersorbisch

Zelfstandig naamwoord

oktober

1. oktober

Maanden in het Nedersorbisch
Romaans: Slavisch:	januar wezymski januari	februar swěckowny februari	měrc pózymski maart	apryl jatšownik, nalětny april	maj rozhelony mei	junij smažki juni	julij žnjojski juli	awgust jacmjeński augustus	september požnjenc september	oktober winski, winowc oktober	nowember młośny november	december zymski december

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ɔk'toːbəɾ/

Woordafbreking

• ok·to·ber

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse woord octo.

Zelfstandig naamwoord

oktober m

1. oktober

Afkorting

• okt.

Maanden in het Noors
januar januari	februar februari	mars maart	april april	mai mei	juni juni	juli juli	august augustus	september september	oktober oktober	november november	desember december

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	oktober
genitief	oktobers

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ɔk'toːbəɾ/

Woordafbreking

• ok·to·ber

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse woord octo.

Zelfstandig naamwoord

oktober m

1. oktober

Afkorting

• okt.

Maanden in het Nynorsk
januar januari	februar februari	mars maart	april april	mai mei	juni juni	juli juli	august augustus	september september	oktober oktober	november november	desember december

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	oktober	oktoberen	oktoberar	oktoberane
genitief	oktobers		oktoberars

Oppersorbisch

Zelfstandig naamwoord

oktober

1. oktober

Maanden in het Oppersorbisch
januar januari	februar februari	měrc maart	apryl april	meja mei	junij juni	julij juli	awgust augustus	september september	oktober oktober	nowember november	december december

Papiaments

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Nederlandse oktober.

enkelvoud of impliciet meervoud	expliciet meervoud
oktober	-

Zelfstandig naamwoord

oktober

1. oktober

Schrijfwijzen

• Schrijfwijze op Aruba: october.

Maanden in het Papiaments
Bonaire en Curaçao: Aruba:	yanüari januari januari	febrüari februari februari	mart maart maart	aprel april april	mei mei mei	yüni juni juni	yüli juli juli	ougùstùs augustus augustus	sèptèmber september september	oktober october oktober	novèmber november november	desèmber december december

Zeeuws

Zelfstandig naamwoord

oktober

1. oktober

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

oktober g

1. oktober

Verbuiging

oktobers	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	oktober	oktobermånaden	oktobermånader	oktobermånaderna
genitief	oktobers	oktobermånadens	oktobermånaders	oktobermånadernas

Maanden in het Zweeds
januari januari	februari februari	mars maart	april april	maj mei	juni juni	juli juli	augusti augustus	september september	oktober oktober	november november	december december