• on·der·voed
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ondervoed ondervoeder ondervoedst
verbogen ondervoede ondervoedere ondervoedste
partitief ondervoeds ondervoeders -

ondervoed

  1. te weinig eten krijgend
    • De ondervoede kinderen kunnen makkelijker een ziekte krijgen en kunnen daardoor sneller overlijden. 
    • De ondervoed man was heel mager 
  • vervoeging van ondervoeden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
ondervoeden

ondervoed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervoeden
    • Ik ondervoed. 
  2. gebiedende wijs van ondervoeden
    • Ondervoed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervoeden
    • Ondervoed je? 
vervoeging van: ondervoeden…
verbogen vorm: ondervoede

ondervoed

  1. voltooid deelwoord van ondervoeden
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES