onstuimigheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onstuimigheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·stui·mig·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van onstuimig met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	onstuimigheid	onstuimigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onstuimigheid v

1. de mate waarin men op een wilde manier enthousiast is

   ▸ Nikolaj was kleiner, met krullend haar en een open gezicht. Op zijn bovenlip vertoonden zich al donkere haartjes, en op zijn hele gezicht lag een uitdrukking van onstuimigheid en geestdrift.

   ▸ Toen Cibulková haar onstuimigheid onder controle kreeg en wat minder geforceerd op jacht ging naar een winner, werd het spannend. De Slowaakse kwam terug tot 4-5 en zette de Australische met haar magnifieke forehands onder druk, maar Stosur wist de aanval af te slaan.

2. iets wat getuigt van een wilde enthousiastheid

Synoniemen

• uitbundigheid, woestheid, enthousiasme, felheid, uitgelatenheid, passie, hartstocht, woeligheid, onbesuisdheid

Vertalingen

    1. de mate waarin men op een wilde manier enthousiast is   

Engels: impetus (en), tempestuousness (en), unruliness (en), impetuosity (en),

Gangbaarheid

• Het woord onstuimigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.