ophalen
- op·ha·len
- samenstelling van op bw en halen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ophalen |
haalde op |
opgehaald |
zwak -d | volledig |
ophalen
- overgankelijk een voorwerp of persoon bij iets/iemand vandaan halen
- overgankelijk naar boven halen
- overgankelijk vergeten kennis of ervaringen weer bewust maken
- ▸ De deze week op 78-jarige leeftijd overleden Liesbeth List heeft een hoop mensen geraakt met haar stem, haar muziek en door wie ze was. NU.nl spreekt met verschillende artiesten en acteurs die speciale herinneringen aan haar ophalen.[2]
- overgankelijk, (onderwijs) een hoger cijfer verwerven voor iets
- Hij heeft zijn wiskunde aardig opgehaald.
- overgankelijk, (informatica) een bestand van een computer of server naar een andere computer of server overbrengen
- [2] optrekken
- [4] zich verbeteren
- [5] downloaden
- [2] ophaalbrug
- [2] de schouders ophalen
- [2] uit het water ophalen
- [2] de neus ophalen voor iets
- [3] zijn aardrijkskunde ophalen
- [3] herinneringen ophalen
1. een voorwerp of persoon bij iets/iemand vandaan halen
5. een bestand van een computer of server naar een andere computer of server overbrengen
|
|
- Het woord ophalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ophalen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Herinneringen aan Liesbeth List: 'Ineens deed ze die yogapose'” (27 maart 2020), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be