• pá·ra

pára v

  1. (natuurkunde) damp; de gasvormige toestand van een stof die bij kamertemperatuur vloeibaar of vast is, de toestand die ontstaan is door verdamping
  2. damp; condensdruppeltjes die ontstaan wanneer er een faseovergang van damp naar vloeistof ergens in de lucht heeft plaatsgevonden, meestal door temperatuurverlaging
  3. stoom; gebruikt om machines aan te drijven of als warmteoverdrachtsmedium
  4. paar
  5. kracht
  6. notie, begrip, idee
  7. trein met stoomlocomotief
  1. výpar monbezield
  2. pár monbezield
  3. šajn monbezield
  NODES