pagina
- pa·gi·na
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bladzijde’ voor het eerst aangetroffen in 1675 [1]
- van het Latijn pagina "beschreven blad"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pagina | pagina's |
verkleinwoord | paginaatje | paginaatjes |
- bladzijde, zowel met betrekking tot de volgorde als tot het oppervlak
- Pagina 18 van een boek.
- Een advertentie over de hele pagina.
- ▸ Op een lege pagina in het trail-register begon ik te schilderen.[2]
- (boekdruk) de gezette lettertypen die samen een bladzijde vormen.
|
1.
- Het woord pagina staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pagina" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pagina" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pa·gi·na
- van het Nederlands pagina
pagina
pagina v
pagina v
- beschreven blad
vervoeging van |
---|
paginar |
pagina